keessmetsers.reismee.nl

Dolfijnen en dankbare kinderen.

Vandaag was (weer) een heel bijzondere dag. Een dag die Angela, Ria en ik niet snel zullen vergeten.

Ketut heeft ons gisteren van Pemuteran naar Lovina gebracht. Een rit van ruim een uur, die veel korter leek te duren omdat we onderweg zoveel hebben gelachen met de humor van Ketut.

In Lovina logeren we in Sawah Lovina, een prachtig groen bungalowpark, dat heel rustig is gelegen in het centrum van Lovina. Eigenaren zijn Walter uit Bergeijk en zijn Balinese vrouw Wina, die fantastisch kan koken. Haar restaurantje heet Warung Ibu Wina en daar hebben we gisterenavond genoten van heerlijke visgerechten en salades.

Vanmorgen zijn we om 5.45 uur opgestaan en in het donker naar het strand gewandeld. Daar stond Benny, de zwager van Marjanne Oomen, op ons te wachten om ons naar de dolfijnen op zeel te brengen. Helaas hadden nog ongeveer 100 andere catamarans de zelfde plannen, dus toen de dolfijnen in beeld kwamen werd het erg druk. Maar het blijft mooi om deze dieren door het wateroppervlak te zien glijden. De zon had intussen de regen in de bergen verdreven en begon de hemel rood en oranje kleuren Daardoor begon het snel warm te worden. Op de terugweg gingen we nog even snorkelen en Ria voerde vanaf de boot ontelbare mooi gekleurde vissen.

Toen we weer bij Sawah Lovina waren genoten we van een douche en een heerlijk ontbijt. Daarna gingen we wandelen naar de stichting Stepping Stones Bali waar we werden ontvangen door Marjanne Oomen uit Oirschot, die hier op Bali al meer dan 10 jaar kinderen een kans op een betere toekomst geeft. Mooi om te zien hoe blij en dankbaar deze kinderen en hun ouders zijn met de hulp die ze krijgen. Het geeft mij als Bali Runner elke keer weer een goed gevoel dat ik daar een bijdrage aan mag leveren. Super wat Marjanne en haar medewerkers hier tot stand brengen.

Na ons bezoek aan Marjanne en haar stichting wandelden we naar een ander straatje, waar de stichting Smiling Kids Bali is gevestigd, het vroegere High5 Rehab. Marjanne werkt nauw met deze stichting samen en het is mooi om te zien hoe zel elkaar helpen en aanvullen.

Bij de stichting Smiling Kids Bali werd het een emotioneel weerzien met de medewerkers waarvan sommige vroeger patiënt waren geweest en nu na hun genezing als medewerker voor de stichting actief zijn. Een jonge vrouw, die ik 12 jaar geleden als patiënt had ontmoet, begroette mij nu als medewerker. Ze begon van blijdschap te huilen en ik ook. Herinneringen kwamen boven en toen Gede, een van de medewerkers, begon te vertellen hoe ze hadden moeten vechten voor de toenmalige patiënten toen het vroegere High5 Rehab ophield te bestaan, kwamen er nog meer emoties los. Het is hun gelukt er staat nu een heel mooi gebouw en een prima organisatie. Ook deze mensen verdienen alle steun, dus zijn we maar meteen allemaal (Ria, Angela en ik) lid geworden van de club van 100 van de stichting Smiling Kids Bali. We namen met een heel goed gevoel afscheid en keken nog even naar Gede en zijn medewerkers, die ons uitzwaaiden. Hij glimlach zei meer dan 1000 woorden kunnen zeggen.

Vanavond gaan we deze emotionele dag afsluiten met Ketut Karen en Leonie, die vandaag hier naar toe komen vanuit Belimbing. Dat gaan we doen bij Warung Ibu Wina en dat zal zeker weer een feestje worden.

Kees Smetsers



Een tip voor een heel goed restaurantje in Pemuteran op Bali.

Voor mensen, die tijdens hun vakantie op het eiland Bali ook naar Pemuteran gaan en daar goedkoop en lekker willen eten, heb ik de volgende tip.

Wij hebben drie keer heerlijk gegeten in SANTAI WARUNG. Dat kleine restaurantje ligt in de zijweg, die van de kustweg naar het Taman Sari Resort loopt.

Het eten is er echt heel goed en goedkoop. Een Indonesische rijsttafel, bijvoorbeeld, kost daar 75.000 rupia. Dat is ongeveer 4,50 euro. Daarvoor krijg je soep als voorgerecht, vier hoofdgerechten en een nagerecht. En als extra service wordt je ook nog per auto teruggebracht naar jouw logeeradres.

De gegevens zijn:

Santai Warung

Ni Made Udiani

Jalan Hotel Taman Sari

Pemuteran 81155

Bali - Indonesia

Telefoon: 085-237-370-220



Biorock in Pemuteran.

Vanmorgen om 05.45 uur was het nog donker toen ik wakker werd van het kraaien van de hanen in het dorp Pemuteran. Ik stapte mijn bed uit en trok mijn hardloopkleding aan. Op het strand voor mijn bungalow waren al een paar vissers hun netten binnen aan het halen. Ze hadden vannacht niet veel gevangen, maar waren toch tevreden. Hun behoeften en wensen zijn niet zo groot als bij ons in Nederland. Ze leven eenvoudig. Ze leven in het nu.

Ik begon te lopen en zag aan de horizon de zon opkomen. Een grote rode bol, die de paar nog aanwezige wolken bloedrood kleurde. Ik voelde me super, want ik heb hier al vier dagen achter elkaar elke morgen gelopen en dat komt mijn conditie ten goede, zeker nu ik hier ook veel zwem en snorkel.

Gisteren ben ik met Angela en Ria wezen snorkelen bij het "Biorock project" , dat recht voor het Taman Sari Resort in zee ligt, maar 50 meter van het strand. Het project is ooit bedacht en uitgevoerd door Agung Prana, een heel sympathieke wijze Balinees, die Angela en ik ooit in het dorpje Umabian hebben ontmoet. De ontmoeting met hem heeft heel veel indruk op ons gemaakt, jammer dat hij in 2018 op 70-jarige leeftijd gestorven is.

Het Biorock project bestaat uit metalen stellages die in fantasierijke vormen in zee zijn aangebracht en verbonden zijn met draden zwakstroom. Op de stellages is in korte tijd prachtig koraal gegroeid waartussen ontelbare vissen met mooie kleuren hun eten zoeken. Een heel mooi resultaat van een idee, waarvoor Agung Prana bij de Verenigde Naties (Unesco) in New York een prijs in ontvangst heeft mogen nemen.

Ria houdt niet van snorkelen, dus die bleef op haar strandbed genieten van de zon, terwijl Angela en ik het warme heldere zeewater indoken en naar het Biorock project zwommen. In de eerste meters kwamen we al veel mooie vissen tegen en dat werd alleen maar meer. We hadden brood meegenomen en toen we bij een grote met koraal bedekte rots kwamen begonnen we de vissen te voeren. Binnen een paar seconden was er een zwerm van werkelijk heel mooie vissen bij ons en die begonnen het brood uit onze handen te eten. Twee grote geel zwarte maanvissen aten gulzig uit mijn handen, ongeveer 10 centimeter voor mijn snorkelbril. En toen het brood op was begonnen ze aan mijn vingertoppen te knabbelen. Wat een supermooi moment was dat !

Toen ik bijna terug was van het hardlopen dacht ik nog steeds aan het snorkelen van gisteren. Bij onze bungalows waren Angela en Ria ook wakker en die gingen een stukje over het strand wandelen. Dat doen ze hier elke dag en ze genieten er echt van. Ik was flink bezweet, dus trok ik mijn hardloopkleding uit en stapte de open doucheruimte in, die wordt omgeven door een muur van bamboe. Het frisse water bracht weer nieuwe energie in mijn lijf. Kon ik dat in Nederland ook maar elke dag doen, douchen in de open lucht met het geluid van de vogels, hanen en krekels om mij heen. Het was echt weer een super begin van de dag. "Another day in paradise"...

Atletiek Oirschot in het verre oosten.

Dit verhaal heb ik geschreven voor mijn vrienden van Atletiek Oirschot.

We zijn nu een week op het eiland Bali en we beginnen al aardig te wennen aan het totaal andere leven hier. In de eerste week zijn we begonnen in het inmiddels druk geworden kunstenaarsdorp Ubud . Daarna zijn we door gereisd naar het dorpje Belimbing in de bergen, aan de voet van de vulkaan Batukaru. Daar was geen enkele toerist te bekennen en konden we genieten van de spiegelende rijstvelden en de volmaakte rust.

Eergisteren heeft onze Nederlands sprekende Balinese chauffeur Ketut ons naar Pemuteran gebracht, in het noordwesten van Bali. Daar logeren we in een mooie bungalow aan een stille baai, waar ook bijna geen toeristen te bekennen zijn.

Hier ga ik elke morgen tussen 06.00 uur en 07.00 uur een uurtje rennen over het strand, dus vanmorgen ook. Toen ik het strand op liep, kwam de zon net boven de horizon en begon ze een palet van kleuren uit te strooien over de blauwe hemel boven mij. Ik rende in een rustig tempo en hoorde onder mijn hardloopschoenen alleen maar het geluid van knisperende van de schelpjes, die vannacht door de zee waren uitgestrooid over het strand. Op zee kwamen de eerste catamarans met vissers terug van de nachtelijke visvangst. Langzaam gleden de bootjes door het volledig stille water. Het was al 25 graden, maar het voelde toch nog koel aan. Een Balinese man maakte op mijn verzoek een foto van mij in mijn Atletiek Oirschot shirt, anders geloven ze thuis niet dat ik hier ga rennen. Wat ben ik blij dat ik Indonesisch heb geleerd. Dat komt mij vaak van pas.

Rennen hier op Bali valt niet mee want het is warm en het losse zand maakt het lopen zwaar. Antoinet Hems heeft vorig jaar hier ook elke dag met mij gerend toen ze hier was om haar zoon Guus op te zoeken. Ze weet dus wat voor een super gevoel het is om over het strand en door de rijstvelden te rennen. Dat gevoel wilde ik graag delen met mijn loopvrienden van Atletiek Oirschot. Daarom heb ik dit verhaal geschreven.

Overmorgen gaan we in het dorp Lovina Marjanne Oomen uit Oirschot opzoeken, die met haar stichting Stepping Stones Bali kinderen helpt, die een fysieke beperking hebben en daardoor niet goed kunnen lopen. Via de "ponseti methode" geven Marjanne en haar medewerkers deze kinderen een kans op een beter leven. Atletiek Oirschot en de Bali Runners helpen haar daarbij. Dat is ook een reden, waarom ik dit verhaal heb geschreven.


Kees Smetsers

Rennen langs het strand

Vanmorgen ben ik in de vroege morgen (06.30 uur) wezen rennen langs het strand van Pemuteran. Het was overal nog volmaakt stil, ik was (bijna) de enige toerist die al uit zijn bed was gestapt.

De zon begon met zijn gouden stralen de hemel te kleuren. Het begon met bloedrood en daarna kwamen veel pasteltinten, die sfeer op het strand heel bijzonder maakten.

Het was laag water en onder mijn hardloopschoenen knisperden de vele schelpjes die de zee vannacht naar het strand had gebracht.

Ik was even alleen op de wereld, maar nadat ik een half uurtje had gerend zag ik de catamarans met vissers terugkeren van hun nachtelijke visvangst.

De netten van de vissers zaten vol vis en die lieten ze blij aan mij zien. Ze konden vanavond weer vis eten met wat rijst en groenten en daarom waren ze helemaal tevreden.

Deze mensen leven in eenvoud, totaal anders als wij. Ze hebben helemaal niets, maar in mijn ogen zijn ze veel rijker als wij. Onze materiële behoeften zijn zo groot geworden dat wij constant onderweg zijn naar ons volgende doel. Hier leven ze in het nu en zijn de behoeften minimaal. Bij ons worden de winkelkarretjes volgestopt met chips, red Bull en andere rotzooi, die onze gezondheid verpesten en mensen dik en ziek maken.

Het is echt confronterend om te zien hoe rustig de mensen hier leven, niet gevangen in tijd en steeds groter wordende eisen, die materiële welvaart met zich meebrengt.

Nadat ik over het strand terugliep naar het Adi Assri Resort, kwam ik Angela en Ria tegen, die volop aan het genieten waren van hun ochtendwandeling over strand.

Ik ging douchen in de open badkamer van ons huisje. Wat is dat een heerlijk gevoel om onder de blote hemel het verfrissende water over je lijf te laten lopen....

Na de douche en een heerlijk ontbijt gingen we wandelen in een van de straatjes richtingen de bergen, die de baai van Pemuteran omringen. Daar hadden we een ontmoeting met een Balinese familie, die tussen het groen op een erf woonden, waar varkentjes en kippen rondscharrelden. De moeder van het gezin was al 85 jaar, maar nog vol levenslust en ze lachte volop, ook al had ze geen tanden meer. Ook dit gezin was weer een voorbeeld van de hartverwarmende gastvrijheid en openheid van de Balinezen. Dit is echt de reden, waarom ik zo vaak terug ben gegaan naar dit mooie eiland. Het is allemaal in één woord samen te vatten, liefde. Dat woord is veel belangrijker dan alle materiële welvaart, die wij gewend zijn en waarvoor we een vette prijs betalen. Natuurlijk heeft elke medaille twee kanten, ook hier, want er is corruptie en armoe en dat ziet de toerist meestal niet. Maar wat overheerst is toch de liefde van de Balinezen voor de gasten die naar hun eiland komen. Dat gevoel zal ik altijd meenemen, elke keer weer. En het is ook de magneet die mij altijd zal doen verlangen om naar Bali terug te gaan. Misschien kunnen jullie nu even voelen wat ik voel. Dat zou mooi zijn.

Kees Smetsers



Pemuteran, waar het heerlijk rustig was, maar niet lang.

Nadat we in Belimbing afscheid genomen hadden genomen hadden van Made Sepel en het personeel van Cempaka Belimbing, bracht een vrolijke Ketut ons naar Pemuteran.

Tijdens de rit door de bergen richting Siririt, werd er heel wat gekletst want Ketut kan heel goed Nederlands. Het ging vooral over het leven in Nederland en de verschillen met het dagelijkse leven in Bali.

Ketut reageerde geschrokken toen wij vertelden dat het drugsgebruik in Nederland zo toegenomen is, want in Bali is dat veel minder het geval. Ook vond hij het heel erg dat de mensen zo ver van de natuur af zijn komen staan. Waar Ketut woont en ook in andere dorpen op het platteland van Bali is het sociale leven nog grotendeels intact gebleven en leven de mensen dicht bij de natuur, die hen alles geeft wat ze nodig hebben.

Terwijl wij dit gesprek hadden zagen we om ons heen op de hellingen van de bergen de Balinezen in de rijstvelden werken. De rijstvelden zagen er overal heel goed onderhouden uit en het was constant een mooi schouwspel om dat te zien. Daardoor vlogen de kilometers voorbij en waren we al snel in Pemuteran, waar we hartelijk welkom werden geheten door het personeel van het Adi Assri Resort, die een prachtige welkom boodschap in onze kamer had gemaakt. Vanuit ons bed kijken we uit over de zee, die hier heel rustig is.

Morgen gaan we snorkelen bij het Biorock project. Waarschijnlijk zullen we een van de weinigen zijn, want er zijn hier nagenoeg geen toeristen. Dat was in Belimbing ook al het geval. Onbegrijpelijk, want bij aankomst op het vliegveld was het daar heel druk met vooral veel jonge mensen. Waarschijnlijk zijn die allemaal naar het zuiden van Bali gegaan (Kuta, Canggu, Legian, Sanur).

Wij houden van de rust en die hebben we hier gevonden, dat dachten wij tenminste. Om een uur of vier begonnen echter drie moskeeën hun luide gebeden over ons uit te strooien, gewoon door elkaar heen. Wat een herrie, ongelooflijk, de rust was in een keer verdwenen. Ik probeer echt tolerant te zijn en respekt te hebben voor alle geloven, maar zo nu en dan vind ik het toch moeilijk.

Soms is het echt moeilijk om mee te bewegen in de wereld om mij heen, ook al doe ik nog zo mijn best om ieders manier van leven te begrijpen en respecteren. Mijn basis principes worden steeds vaker op de proef gesteld en dat gebeurt ook hier op Bali. Het beste wat ik kan doen is bij mij zelf blijven en dat probeer ik ook want mijn eigen ik is mijn beste raadgever.

Gelukkig vind ik hier op Bali vooral heel veel lieve mensen en dat maakt mijn vakantie elke keer weer tot een feest. Heel leuk dat jullie met mij mee willen reizen.

Kees








Belimbing, waar het échte Bali overal is.

Ubud is voor mij altijd een plek geweest, waar ik echt kan " landen". Het verschil tussen het leven in Nederland en Bali is zó groot, dat het enkele dagen duurt voordat je mee kunt gaan in het ritme van het leven op Bali. Helaas is Ubud erg druk geworden en dat merk je vooral 's nachts als de harde muziek in de bars en restaurants het haast onmogelijk maakt om te slapen. Toen we na twee dagen op weg gingen naar ons volgende logeeradres waren we daarom zoals altijd weer blij om het drukke zuiden van Bali te verlaten. Voor jongeren is het een eldorado, maar voor mij is het niet mij favoriete plek.

Ketut had ons uitgenodigd om zijn huis te bezoeken. Hij woont op het platteland, midden in de rijstvelden, tussen Denpasar en Ubud. We werden gastvrij ontvangen door zijn vrouw Erni en de zonen Tristan (11 jaar) en Kayana (8 jaar). Mooi om te zien dat ze zo blij waren om ons te zien. Erni had heerlijke pisang goreng gebakken en avocado juice met chocoladesaus gemaakt. Het werd een gezellig uurtje en daarna vertrokken we weer, op weg naar Belimbing, dat in de bergen lgt.

Na Antosari boog de weg rechtsaf en verlieten we de drukke hoofdweg die naar Java leidt. Links en rechts ontvouwde zich een prachtig landschap met spiegelende rijstterrassen. Dit gedeelte van Bali is een van de mooiste gebieden en toch komen hier bijna geen toeristen. Zó jammer, want al die toeristen, die alleen maar in het zuiden van Bali blijven, krijgen het echte Bali niet te zien.

Bij ons volgende logeeradres Cempaka Belimbing werden welkom geheten door de sympathieke manager Made Sepel, die ik al ongeveer 20 jaar ken. Twee Balinese vrouwen hingen een krans van frangipanibloemen om onze nek. Wat een verschil met Ubud, waar het overal druk is. Hier overheerst de stilte en de eenvoud van de natuur. Alles is hier nog steeds zoals het altijd is geweest. Hier is het dagelijkse leven nog niet beïnvloed door het massatoerisme.

Een uurtje later liepen we naar een dal met schitterende rijstterrassen, maar twee honderd meter van ons logeeradres Cempaka Belimbing. Daar was een Balinees met een traditioneel gereedschap het rijstvelden aan het bewerken. Hij begroette mij en bleek perfect Engels te spreken Al heel gauw kwam ons gesprek op het leven in Nederland, waar de meeste mensen nu ver van de natuur af staan. "De natuur is de basis van ons leven " zei de Balinese man en ik was het helemaal met hem eens.

Nadat we nog enige tijd hadden zitten kijken naar de spiegelende rijstvelden voor ons, gingen we terug en even later zaten we te genieten van een diner met om ons heen de geluiden van een gekko. De krekels deden ook hun best, samen met de kikkers, duiven en nog veel meer dieren die ons een concert gaven als afsluiting van weer een bijzondere dag.

De volgende dag gingen we met gids Wayan drie uur wandelen in de bergen bij Cempaka Belimbing. Het was weer prachtig weer en de zweetdruppels liepen over ons voorhoofd toen we het pad over de glooiende rijstterrassen beklommen en ons een weg baanden door dicht begroeide dalen, waar overal het geluid van stromend water te horen was. Onze gids liet ons zien wat hier allemal groeit in de natuur. Nootmuskaat, ananas, kaneel, lemongras, advocado, bananen, koffie, vanille en nog veel meer. De natuur is hier heel rijk en geeft de Balinezen alles wat ze nodig hebben. Op een gegeven moment opende onze gids een opgerold bananenblad en daar zat een jonge vleermuis in. Het werden drie uren vol verassingen, waar we echt van genoten.

Ik heb nog vergeten te vertellen dat ik vanmorgen al heel vroeg (06.45 uur) ben gaan hardlopen. Dat viel niet mee want de hellingen van de bergen zijn steil en de temperatuur komt niet onder de 25 graden. Daarbij komt dat de honden hier niet echt goed opgevoed zijn. Maar ja, straks moet ik na mijn vakantie weer met mijn loopmaatje van de Bali Runners op pad, dus moet ik hier mijn conditie op peil houden. Lange afstanden lopen gaat hier echter niet, maar dat compenseer ik wel met veel zwemmen en lange wandelingen.

Vanmorgen werden we gewekt door het geluid van de gamelan en toen zagen we door de gordijnen van onze slaapkamer inde verte tussen de palmbomen een lange stoet prachtig geklede Balinezen op weg naar een tempel lopen. Dit is Bali zoals ik het 40 jaar geleden heb leren kennen. Ik ben blij dat ik dit weer met Angela en Ria mag beleven. Straks gaan we met een gids helemaal naar de zuidkust fietsen dat wordt weer een bijzondere dag. Maar nu heb ik genoeg geschreven en daarom sluit ik dit verhaal af met lieve groeten vanaf dit mooie eiland.

Kees

Bali is nog steeds, zoals het altijd was, maar dan anders.

De zestigste keer...

Het is bijna niet te geloven, maar ik ben nu voor de zestigste keer op het eiland Bali. Dus je kunt het gerust een verslaving noemen.

De vliegreis naar Bali met Singapore Airlines (SQ323 EN SQ936) verliep prima, maar het online invullen van de "customs declaration" vergde voor mij als digibeet veel zweetdruppeltjes. Het verdient aanbeveling om dat thuis al te doen.


Zoals altijd stond mijn vriend Ketut ons op het vliegveld op te wachten om ons naar Ubud te brengen, het vroegere kunstenaarsdorp dat nu overspoeld wordt door vooral jonge toeristen. Dat het hier zo druk is, dat merkten we meteen doordat alle ATM pinautomaten leeg waren. Na heel veel pogingen ben ik maar de Mandirabank tegenover de markt gegaan. Daar heb ik meteen 4.000.000 rupia gepind, ik ben dus nu miljonair. De koers was vandaag 16800 rupia voor een euro. Dus zó rijk ben ik nu ook weer niet.

Vandaag hebben de de wandeling gemaakt naar het traditionele dorpje Bankiangsidem, die begon met een cappuccino in het historische IBAH hotel (super mooie tuin) en eindigde bij Kafe Karsa, net voor het dorpje Bankiangsidem. Een mooie wandeling, maar de zon deed ons wel puffen.

De eerste dag besloten we in het echt superfijne Cafe Wayan, waar ik zoals altijd "lemon chicken" bestelde. Och... ik ben zo voorspelbaar, je zou het zelfs saai kunnen noemen.

Natuurlijk hebben we op de eerste én de tweede dag een massage gehad bij Lily's Spa. Super ontspannen is dar, een uur lang voor 6 euro.

De stijfheid van onze spieren verdween als sneeuw voor de zon. Angela en mijn zus Ria vonden het ook super en we liepen alle drie als een veertje zo licht weer terug naar het Pertiwi Resortdtat ons eerste logeeradres is. Guus en Antoinet zullen het zeker herinneren van vorig jaar. Een fijne plek midden in Ubud, maar toch rustig, behalve 's nachts als de muziek van de bars en restaurants de stilte verstoort.

Het begin van deze vakantie is weer goed . De lieve Balinezen geven ons overal zo'n fijn gevoel dat we ons meteen thuisvoelen.

Ons volgende logeeradres is Cempaka Belimbing, boven in de bergen met uitzicht op de vulkaan Batukaru en dat is weer helemaal anders als Ubud. Belimbing is de geboorteplaats van Ketut en het is echt een oase van rust. Daar zal ik mijn volgende verhaal schrijven.

Allemaal lieve groeten uit Bali.

Kees