keessmetsers.reismee.nl

Dreambeach, herinneringen uit een ver verleden.

Vanmorgen ben ik voor de 12e keer tijdens mijn vakantie wezen hardlopen. Het was pas 06.30 uur en de meeste toeristen lagen nog te slapen. Daarom was het heel rustig in de smalle straatjes. Ik moest wel zigzaggen tussen de ontelbare duizendpoten, die hier 's morgens de straatjes oversteken en dan platgereden worden door de brommertjes van de toeristen en de Balinezen.

Na ongeveer een half uurtje kwam ik bij Dreambeach, een strand waar ik ongeveer 15 jaar geleden ben geweest met Ria, Wim en Angela. Toen was er alleen maar een bamboe hutje en een barretje met muziek van Bob Marley. Maar wat hebben we toen genoten van de relaxte sfeer van dit bijzondere plekje.

Nu is er een groot bungalowpark gebouwd en er is ook een wandelpad langs de kliffen aangelegd waar vandaag veel Balinezen hun rondjes aan het hardlopen waren. Ik besloot dat ook maar te gaan doen, ik was er toch. Heerlijk was dat om langs de kliffen te rennen terwijl beneden de woeste golven van de zee op de rotsen beukten en het water metershoog deden opspatten. Echt een mooie plek is dit, nog steeds, ondanks dat het zo veranderd is.

Daarom besloten Ria, Angela en ik na het ontbijt naar Dreambeach te wandelen. Daar kregen we voor 3 euro een ligbed en een handdoek. Zo konden we er een heerlijke stranddag van maken. Ik waagde mij zelfs even in de zee, maar niet lang want de golven waren metershoog en gooiden elke zwemmer ondersteboven.

Voor Ria kwamen op deze dag herinneringen boven aan de mooie momenten, die ze hier en op Bali met Wim heeft gehad. Alles is intussen anders geworden, ook dit mooie plekje. Maar toen we 's middags weer terug wandelden was er toch de dankbaarheid dat we weer even op Dreambeach waren geweest...

Kees Smetsers

Het eiland Lembongan, hoe eenvoudig kan het leven zijn.

Vanmorgen ben ik in Sidemen op Bali weer mijn dagelijkse uurtje gaan hardlopen in het straatje, dat naar Tabola loopt. Helemaal op het eind zat een Balinese man gehurkt gras te snijden voor zijn koe. Dat deed hij met een soort ronde sikkel en op z'n dooie gemak. Straks neemt hij het gras mee naar huis en krijgt zijn koe te eten. De koe is heel belangrijk voor hem, net als de rijst die hij een paar keer per jaar oogst. Als er wordt geoogst, dan wordt dat hier gezamenlijk gedaan. Elkaar helpen is hier nog steeds vanzelfsprekend. De mensen op het platteland van Bali leven in eenvoud. Weelde en materiële welvaart kennen ze niet. Ik praatte even met de man, die bijna klaar was met zijn werk. Daarna ging ik verder met hardlopen, nu weer terug naar Villa Shantiasa.

Op sommige plekken is het stijgingspercentage van de straatjes hier meer dan 10% en daarom viel het voor een oude man als ik niet mee, zeker omdat de temperatuur hier niet onder 25 graden komt.

Toen ik weer terug was en gedoucht had gingen we afscheid nemen van het personeel van Villa Shantiasa dat goed voor ons had gezorgd. Putu Yusi kwam ons ook uitzwaaien en dat vonden we heel lief van haar.

Ketut bracht ons naar de nieuwe haven van Sanur, waar we in een speedboot stapten, die ons naar het eiland Lembongan bracht. De zee was onrustig en de boot maakte flinke klappen op de golven, maar nu een half uur gingen we in de haven tussen de mangrovestruiken aan land.

Ria, Angela en ik kennen het eiland Lembongan van een vakantie van meer dan 10 jaar geleden. Toen was het er nog rustig en stil. Het leven was toen nog heel eenvoudig op dit eiland. Nu heeft het massatoerisme ook hier alles veranderd. Waar ik vroeger nog bijna met mijn ogen dicht door de straatjes kon lopen, moet ik nu opletten dat ik niet door een van de vele brommertjes met jonge toeristen van de weg wordt gereden. Angela en Ria waren verbaasd dat het hier ook zo druk is geworden. De eenvoud is verdwenen en dat vonden we jammer. Maar toen we 's avonds aan het strand zaten te genieten van de zon, die in de verte boven de bergen van Bali onderging en de hemel rood kleurde, kwam toch weer het mooie gevoel dat we hier zo lang geleden ook hadden. De eenvoud is hier verdwenen, maar de bijzondere sfeer van dit eiland is gebleven. Daarom verheugen wij ons op de dagen die komen gaan.

Kees Smetsers


De derde verrassing in Sidemen

In de afgelopen dagen hadden Angela en Ria een beetje geheimzinnig gedaan. Wat ze in hun schild voerden, daar kwam ik echter niet achter.

Vandaag wilden ze mijn rol als gids overnemen en dat vond ik natuurlik prima. We wandelden naar Tabola terwijl het steeds warmer werd. Angela en Ria wilden na een uurtje terug om te gaan douchen en dat vond ik vreemd want we zouden om 12.00 uur bij Alamdhari Resort gaan luchen.

Na het douchen liepen we de zelfde weg weer terug tot we bij Alamdhari Resort waren. Daar stond een lange tafel gedekt voor heel veel gasten. Ik had niets in de gaten totdat Angela zei dat vandaag hier een feest zou zijn ter gelegenheid van mijn 60ste vakantie op Bali. Dat hadden Angela en Ria samen met Putu Yusi geregeld. Wat een superleuke verrassing was dat !

Een voor een kwamen de gasten..

De zoon van Ida, de zoon van Nyoman Gede met zijn gezin, Barbara en Wayan met hun zoon, Piet Willems, Ketut en zijn gezin, Putu Yusi en haar kinderen, allemaal vrienden die veel voor mij betekenen. Daarom zal ik deze dag niet gauw vergeten.

Tijdens de lunch kreeg ik van Angela en Ria een heel mooi persoonlijk Bali Runners shirt met het opschrift "60x Bali". Dit shirt is gemaakt door Henk van Gerven, een van mijn loopmaatjes van de Bali Runners. Daar was ik heel blij mee, net als de feestcake, die Erni (de vrouw van Ketut) voor mij had gebakken.

Ik ben Angela en Ria heel dankbaar dat zij dit allemaal gedaan hebben voor mij. Het maakt deze vakantie in Bali nog mooier dan hij al was.


Sidemen, alweer een mooie verrassing.

Na de onverwachte ontmoeting met Putu Yusi, vanmorgen toen ik aan het hardlopen was over het straatje naar Tabola, zijn Angela, Ria en ik gaan wandelen richting het dorpje Luah. Dat ligt op de hellingen van de overkant van het dal.

Vanuit onze slaapkamers kunnen we het dorpje Luah zien liggen tussen het groen vande palmbomen en de rijstterrassen. Dat uitzicht zal waarschijnlijk niet lang meer te zien zijn, want Sidemen wordt in rap tempo volgebouwd door projectontwikkelaars, rijke buitenlanders en rijke Balinezen. Als het zo verder gaat, dan wordt Sidemen het tweede Ubud, dat vroeger een heerlijk rustig kunstenaarsdorp was, maar nu overspoeld wordt door vooral jonge toeristen. 's Avonds wordt de sfeer daar nu bepaald door harde muziek en dat is heel wat anders dan de gamelanmuziek, die ik elke dag hoorde toen ik hier 40 jaar geleden was. Ubud en Sidemen zijn beleggingsobjecten geworden voor mensen met heel veel geld, die nog meer willen hebben. Zó jammer want de spirituele sfeer, die Sidemen zo bijzonder maakte, gaat verdwijnen. Het is niet tegen te houden, men noemt het vooruitgang en welvaart. Een deel van de Balinezen blijft ook hier vasthouden aan hun cultuur en tradities, maar een groot deel van de nieuwe generatie wil niet meer op de rijstvelden werken. Terwijl ik dit schrijf realiseer ik mij dat dit in Nederland niet anders is. In Nederland willen de meeste jongeren ook niet meer met hun handen werken en is er nu al een groot tekort aan vaklieden in de bouw en mensen die op het land willen werken.

Allemaal gedachten, die voorbij kwamen toe we omlaag liepen, richting het Ecoresort Darmada. Dat is een plekje, waar de eigenaren Barbara en Wayan wel met veel respect voor de cultuur en natuur hun gasten ontvangen. Toen we langs hun resort liepen zagen we in de verte de heilige berg Gunung Agung, die met zijn indrukwekkende vorm overal op Bali te zien is.

We kwamen bij de rivier, waar een aantal Balinezen in het snelstromende water aan het baden waren. Het leek wel een plaatje uit lang vervlogen tijden, zó mooi en zo puur.

We gingen wat drinken bij een kleie warung, waar het uitzicht op de groene rijstvelden en de bergen heel mooi was. Het meisje dat ons bediende was heel blij met onze komst en daardoor werd het weer een heel leuke ontmoeting, net als het bezoek aan een jong stel dat een heel mooie kleurrijke tuin had.

Het werd steeds warmer en het zweet stroomde over ons gezicht. Daarom besloten we ons oorspronkelijke plan te wijzigen en terug te lopen naarVilla Shantiasa.

Daar zou ik als cadeau voor mijn jubileum (60 ste keer op Bali) van mijn vrienden Ellen en Toine een gratis Balinese massage krijgen. Ik liep door de tuin van Shantiasa naar het prieeltje, waar de massages worden gegeven. Ik ging alvast op het massagebed liggen en wachten op de komst van de masseuse.

Toen hoorde ik een bekende stem. Het was Putu Yusi, die mij kwam verrassen. Vijftien jaar geleden heeft ze mij gemasseerd en nu kwam ze dat weer doen. Putu Yusi kan heel goed masseren en het werd een mooi besluit van een dag met twee verrassingen.

Morgen vertrekken we met Ketut naar het eiland Lembongan, waar we gaan genieten van de zee en het strand van dit hopelijk nog rustige eiland. Daar zal ik mijn volgende verhaal schrijven. Ik stuur jullie allemaal lieve groeten. Leuk dat jullie met mij mee reizen.

Putu Yusi, een voorbeeld van het echte Bali.

Enkele jaren geleden heb ik het boek " Het verdriet achter de glimlach" geschreven. Dat boek gaat over Putu Yusi, een Balinese jonge vrouw uit Sidemen, die ik 12 jaar geleden hier hebt ontmoet. In haar ogen was toen het verdriet te lezen, dat veroorzaakt werd door het feit, dat haar leven niet was gelopen zoals ze had verwacht.

Toen ik vanmorgen om 06.30 uur ging rennen kwam ik Putu Yusi weer tegen. Ze kwam voorbij op haar brommertje terwijl ze haar twee zonen naar school bracht. Haar ogen stonden nu blij omdat haar leven nu weer beter is geworden. De oorzaak van haar verdriet is grotendeels verdwenen en dat maakt een wereld van verschil voor haar.

Overigens is het boek "Het verdriet achter de glimlach" niet alleen een eerbetoon aan de Balinese vrouwen in het algemeen en Putu Yusi in het bijzonder, maar ook een weergave van de slag bij Margarana. In dat kleine dorp vochten in 1947 de Balinezen onder de leiding van Ngurah Rai tegen de Nederlanders voor hun vrijheid en onafhankelijkheid. De Nederlanders waren net 5 jaar lang bezet geweest door de Duitsers en gingen nu de zelfde misdaad begaan tegen de Balinezen. De Nederlanders noemde het "herstel van de orde en recht" , maar het was gewoon een koloniale daad van overheersing en uitbuiterij. Zo wat de hele wereld vond dat toen ook, maar de Nederlandse regering wilde toch oorlog gaan voeren tegen de Balinezen. De Nederlanders hadden bommenwerpers, granaten en mitrailleurs. De Balinezen hadden alleen maar een paar oude geweren, lansen en krissen. Er stierven tijdens de slag van Margarana meer dan 1000 Balinezen. Dit is allemaal verzwegen en komt niet voor in de Nederlandse geschiedenisboeken. En toch ontvangen nu de Balinezen de Nederlanders met open armen. We kunnen nog heel veel van hen leren...

Toen ik weer terug was van het hardlopen en mijn vermoeide lijf een frisse douche had gegund ging ik met Angela en Ria wandelen naar het dorpje Luah, aan de overkant van het dal van Sidemen. Maar eerst namen we afscheid van Karen en Leonie, die vandaag naar Candidasa vertrekken en onderweg nog eerst even naar de moedertempel Besakih gaan.

Tijdens de wandeling naar Luah werd het steeds warmer. Maar toch was mijn geest nog helder en dacht ik aan de gebeurtenissen in 1947, die hier heel veel leed en verdriet hebben gebracht. Het Balinese volk is veerkrachtig en leeft in het nu. Daardoor hebben zij het vermogen om hun gasten met liefde te ontvangen. Ik maak dat elke keer mee en daarom wordt het ook vandaag "another day in paradise".

Kees Smetsers

Sidemen

Gisteren heeft Ketut ons naar Sidemen gebracht. De rit duurde veel langer als verwacht omdat we bij Kintamani een heel stuk om moesten rijden. De reden waren ceremonies bij de vulkaan Gunung Batur en de moedertempel Besakih, die drie weken duren en waar héél veel Balinezen naar toe gaan. Onze vaste stop met uitzicht op het meer bij de vulkaan Gunung Batur kwam zelfs in gevaar. Maar gelukkig konden we toch op onze vaste stek genieten van de appelcarré's, die we in Lovina bij de Duitse bakker hadden gekocht. Het zat vandaag toch wel een beetje tegen, want in de laatste kilometers tussen Selat en Iseh kwamen we in een file van vrachtauto's terecht, die veel te zwaar geladen waren en moeite hadden om de diepe kuilen van de weg te ontwijken.

We kwamen moe aan bij Villa Shantiasa, maar de hartelijke ontvangst en de prachtige "welkom thuis" versiering in onze kamers maakte het allemaal goed.

Villa Shantiasa is prachtig gelegen, aan de rand van het dorp Sidemen met uitzicht op het dal en de omringende bergen. Ik heb de sfeer hier altijd spiritueel gevonden, al zal dat iedereen misschien anders ervaren. Ik ga er in ieder geval elke keer graag naar toe, ook al wordt het hier steeds drukker en maken veel rijstvelden hier plaats voor luxe resorts. Dat laatste is jammer, maar deze ontwikkeling is niet tegen te houden.

De eerste avond zijn we naar het prachtige Ecoresort Darmada gewandeld. Daar gingen we onze vriend Piet Willems op zoeken, die met pensioen is en hier een gedeelte van het jaar doorbrengt. Het werd een hartelijk weerzien, dat een vervolg kreeg met een diner in het restaurant bij de rivier, die hier langs het Ecoresort Darmada loopt. Heerlijk om daar te genieten van de stilte, die alleen werd doorbroken door het geluid van het stromende water, dat zijn weg zoekt tussen grote keien die in de rivier verspreid liggen .

Naast Piet waren ook Barbara en Wayan aangeschoven bij het diner. Twee héél bijzondere mensen, die ik al veel jaren ken. Zij hebben een heel creatieve geest, zijn heel ondernemend en willen daarnaast ook de medemens helpen. Dat doen ze op heel veel manieren en het is echt interessant om hun verhalen aan te horen. Samen hebben ze een werkelijk heel bijzonder Ecoresort gerealiseerd, waarbij ze met veel respect voor de natuur te werk zijn gegaan. Dit is hier het échte Bali, in alle opzichten.

Barbara komt uit Zwolle en haar man Wayan is op Bali geboren. Ze vormen een prachtig stel dat een brede kijk op het leven heeft. Toen het gesprek op de Nederlandse politiek kwam, nam Barbara het in felle bewoordingen op voor de Nederlandse boeren, die steeds vaker de schuld krijgen van wat er fout is in Nederland, terwijl het grote kapitaal en de aandeelhouders van bedrijven als Tata Steel en Shell buiten schot blijven en gewoon hun gang kunnen bijven gaan met het in gevaar brengen van het milieu en de gezondheid van de mensen in Nederland. Ik was het helemaal met haar eens en genoot van het gezelschap van deze avond.

Toen we onder een prachtige sterrenhemel en zingende krekels om ons heen terugliepen naar Villa Shantiasa waren we moe, maar héél voldaan. Het was echt weer een "another day in paradise" geweest.

Vanmorgen was er nog een verrassig voor Angela toen ze op de badkamer een ontmoeting had met een heel mooie gekko (zie foto's). Daar was Angela niert echt blij mee.

Nog een uurtje later was er het weerzien met Putu Yusi. Een heel lieve Balinese vrouw, waarvoor ik ooit het boek "Het verdriet achter de glimlach" heb geschreven. Alweer een emotionele gebeurtenis , die deze vakantie steeds mooier maakt.

Kees Smetsers


Dolfijnen en dankbare kinderen.

Vandaag was (weer) een heel bijzondere dag. Een dag die Angela, Ria en ik niet snel zullen vergeten.

Ketut heeft ons gisteren van Pemuteran naar Lovina gebracht. Een rit van ruim een uur, die veel korter leek te duren omdat we onderweg zoveel hebben gelachen met de humor van Ketut.

In Lovina logeren we in Sawah Lovina, een prachtig groen bungalowpark, dat heel rustig is gelegen in het centrum van Lovina. Eigenaren zijn Walter uit Bergeijk en zijn Balinese vrouw Wina, die fantastisch kan koken. Haar restaurantje heet Warung Ibu Wina en daar hebben we gisterenavond genoten van heerlijke visgerechten en salades.

Vanmorgen zijn we om 5.45 uur opgestaan en in het donker naar het strand gewandeld. Daar stond Benny, de zwager van Marjanne Oomen, op ons te wachten om ons naar de dolfijnen op zeel te brengen. Helaas hadden nog ongeveer 100 andere catamarans de zelfde plannen, dus toen de dolfijnen in beeld kwamen werd het erg druk. Maar het blijft mooi om deze dieren door het wateroppervlak te zien glijden. De zon had intussen de regen in de bergen verdreven en begon de hemel rood en oranje kleuren Daardoor begon het snel warm te worden. Op de terugweg gingen we nog even snorkelen en Ria voerde vanaf de boot ontelbare mooi gekleurde vissen.

Toen we weer bij Sawah Lovina waren genoten we van een douche en een heerlijk ontbijt. Daarna gingen we wandelen naar de stichting Stepping Stones Bali waar we werden ontvangen door Marjanne Oomen uit Oirschot, die hier op Bali al meer dan 10 jaar kinderen een kans op een betere toekomst geeft. Mooi om te zien hoe blij en dankbaar deze kinderen en hun ouders zijn met de hulp die ze krijgen. Het geeft mij als Bali Runner elke keer weer een goed gevoel dat ik daar een bijdrage aan mag leveren. Super wat Marjanne en haar medewerkers hier tot stand brengen.

Na ons bezoek aan Marjanne en haar stichting wandelden we naar een ander straatje, waar de stichting Smiling Kids Bali is gevestigd, het vroegere High5 Rehab. Marjanne werkt nauw met deze stichting samen en het is mooi om te zien hoe zel elkaar helpen en aanvullen.

Bij de stichting Smiling Kids Bali werd het een emotioneel weerzien met de medewerkers waarvan sommige vroeger patiënt waren geweest en nu na hun genezing als medewerker voor de stichting actief zijn. Een jonge vrouw, die ik 12 jaar geleden als patiënt had ontmoet, begroette mij nu als medewerker. Ze begon van blijdschap te huilen en ik ook. Herinneringen kwamen boven en toen Gede, een van de medewerkers, begon te vertellen hoe ze hadden moeten vechten voor de toenmalige patiënten toen het vroegere High5 Rehab ophield te bestaan, kwamen er nog meer emoties los. Het is hun gelukt er staat nu een heel mooi gebouw en een prima organisatie. Ook deze mensen verdienen alle steun, dus zijn we maar meteen allemaal (Ria, Angela en ik) lid geworden van de club van 100 van de stichting Smiling Kids Bali. We namen met een heel goed gevoel afscheid en keken nog even naar Gede en zijn medewerkers, die ons uitzwaaiden. Hij glimlach zei meer dan 1000 woorden kunnen zeggen.

Vanavond gaan we deze emotionele dag afsluiten met Ketut Karen en Leonie, die vandaag hier naar toe komen vanuit Belimbing. Dat gaan we doen bij Warung Ibu Wina en dat zal zeker weer een feestje worden.

Kees Smetsers



Een tip voor een heel goed restaurantje in Pemuteran op Bali.

Voor mensen, die tijdens hun vakantie op het eiland Bali ook naar Pemuteran gaan en daar goedkoop en lekker willen eten, heb ik de volgende tip.

Wij hebben drie keer heerlijk gegeten in SANTAI WARUNG. Dat kleine restaurantje ligt in de zijweg, die van de kustweg naar het Taman Sari Resort loopt.

Het eten is er echt heel goed en goedkoop. Een Indonesische rijsttafel, bijvoorbeeld, kost daar 75.000 rupia. Dat is ongeveer 4,50 euro. Daarvoor krijg je soep als voorgerecht, vier hoofdgerechten en een nagerecht. En als extra service wordt je ook nog per auto teruggebracht naar jouw logeeradres.

De gegevens zijn:

Santai Warung

Ni Made Udiani

Jalan Hotel Taman Sari

Pemuteran 81155

Bali - Indonesia

Telefoon: 085-237-370-220