keessmetsers.reismee.nl

Rennen langs het strand

Vanmorgen ben ik in de vroege morgen (06.30 uur) wezen rennen langs het strand van Pemuteran. Het was overal nog volmaakt stil, ik was (bijna) de enige toerist die al uit zijn bed was gestapt.

De zon begon met zijn gouden stralen de hemel te kleuren. Het begon met bloedrood en daarna kwamen veel pasteltinten, die sfeer op het strand heel bijzonder maakten.

Het was laag water en onder mijn hardloopschoenen knisperden de vele schelpjes die de zee vannacht naar het strand had gebracht.

Ik was even alleen op de wereld, maar nadat ik een half uurtje had gerend zag ik de catamarans met vissers terugkeren van hun nachtelijke visvangst.

De netten van de vissers zaten vol vis en die lieten ze blij aan mij zien. Ze konden vanavond weer vis eten met wat rijst en groenten en daarom waren ze helemaal tevreden.

Deze mensen leven in eenvoud, totaal anders als wij. Ze hebben helemaal niets, maar in mijn ogen zijn ze veel rijker als wij. Onze materiële behoeften zijn zo groot geworden dat wij constant onderweg zijn naar ons volgende doel. Hier leven ze in het nu en zijn de behoeften minimaal. Bij ons worden de winkelkarretjes volgestopt met chips, red Bull en andere rotzooi, die onze gezondheid verpesten en mensen dik en ziek maken.

Het is echt confronterend om te zien hoe rustig de mensen hier leven, niet gevangen in tijd en steeds groter wordende eisen, die materiële welvaart met zich meebrengt.

Nadat ik over het strand terugliep naar het Adi Assri Resort, kwam ik Angela en Ria tegen, die volop aan het genieten waren van hun ochtendwandeling over strand.

Ik ging douchen in de open badkamer van ons huisje. Wat is dat een heerlijk gevoel om onder de blote hemel het verfrissende water over je lijf te laten lopen....

Na de douche en een heerlijk ontbijt gingen we wandelen in een van de straatjes richtingen de bergen, die de baai van Pemuteran omringen. Daar hadden we een ontmoeting met een Balinese familie, die tussen het groen op een erf woonden, waar varkentjes en kippen rondscharrelden. De moeder van het gezin was al 85 jaar, maar nog vol levenslust en ze lachte volop, ook al had ze geen tanden meer. Ook dit gezin was weer een voorbeeld van de hartverwarmende gastvrijheid en openheid van de Balinezen. Dit is echt de reden, waarom ik zo vaak terug ben gegaan naar dit mooie eiland. Het is allemaal in één woord samen te vatten, liefde. Dat woord is veel belangrijker dan alle materiële welvaart, die wij gewend zijn en waarvoor we een vette prijs betalen. Natuurlijk heeft elke medaille twee kanten, ook hier, want er is corruptie en armoe en dat ziet de toerist meestal niet. Maar wat overheerst is toch de liefde van de Balinezen voor de gasten die naar hun eiland komen. Dat gevoel zal ik altijd meenemen, elke keer weer. En het is ook de magneet die mij altijd zal doen verlangen om naar Bali terug te gaan. Misschien kunnen jullie nu even voelen wat ik voel. Dat zou mooi zijn.

Kees Smetsers



Pemuteran, waar het heerlijk rustig was, maar niet lang.

Nadat we in Belimbing afscheid genomen hadden genomen hadden van Made Sepel en het personeel van Cempaka Belimbing, bracht een vrolijke Ketut ons naar Pemuteran.

Tijdens de rit door de bergen richting Siririt, werd er heel wat gekletst want Ketut kan heel goed Nederlands. Het ging vooral over het leven in Nederland en de verschillen met het dagelijkse leven in Bali.

Ketut reageerde geschrokken toen wij vertelden dat het drugsgebruik in Nederland zo toegenomen is, want in Bali is dat veel minder het geval. Ook vond hij het heel erg dat de mensen zo ver van de natuur af zijn komen staan. Waar Ketut woont en ook in andere dorpen op het platteland van Bali is het sociale leven nog grotendeels intact gebleven en leven de mensen dicht bij de natuur, die hen alles geeft wat ze nodig hebben.

Terwijl wij dit gesprek hadden zagen we om ons heen op de hellingen van de bergen de Balinezen in de rijstvelden werken. De rijstvelden zagen er overal heel goed onderhouden uit en het was constant een mooi schouwspel om dat te zien. Daardoor vlogen de kilometers voorbij en waren we al snel in Pemuteran, waar we hartelijk welkom werden geheten door het personeel van het Adi Assri Resort, die een prachtige welkom boodschap in onze kamer had gemaakt. Vanuit ons bed kijken we uit over de zee, die hier heel rustig is.

Morgen gaan we snorkelen bij het Biorock project. Waarschijnlijk zullen we een van de weinigen zijn, want er zijn hier nagenoeg geen toeristen. Dat was in Belimbing ook al het geval. Onbegrijpelijk, want bij aankomst op het vliegveld was het daar heel druk met vooral veel jonge mensen. Waarschijnlijk zijn die allemaal naar het zuiden van Bali gegaan (Kuta, Canggu, Legian, Sanur).

Wij houden van de rust en die hebben we hier gevonden, dat dachten wij tenminste. Om een uur of vier begonnen echter drie moskeeën hun luide gebeden over ons uit te strooien, gewoon door elkaar heen. Wat een herrie, ongelooflijk, de rust was in een keer verdwenen. Ik probeer echt tolerant te zijn en respekt te hebben voor alle geloven, maar zo nu en dan vind ik het toch moeilijk.

Soms is het echt moeilijk om mee te bewegen in de wereld om mij heen, ook al doe ik nog zo mijn best om ieders manier van leven te begrijpen en respecteren. Mijn basis principes worden steeds vaker op de proef gesteld en dat gebeurt ook hier op Bali. Het beste wat ik kan doen is bij mij zelf blijven en dat probeer ik ook want mijn eigen ik is mijn beste raadgever.

Gelukkig vind ik hier op Bali vooral heel veel lieve mensen en dat maakt mijn vakantie elke keer weer tot een feest. Heel leuk dat jullie met mij mee willen reizen.

Kees








Belimbing, waar het échte Bali overal is.

Ubud is voor mij altijd een plek geweest, waar ik echt kan " landen". Het verschil tussen het leven in Nederland en Bali is zó groot, dat het enkele dagen duurt voordat je mee kunt gaan in het ritme van het leven op Bali. Helaas is Ubud erg druk geworden en dat merk je vooral 's nachts als de harde muziek in de bars en restaurants het haast onmogelijk maakt om te slapen. Toen we na twee dagen op weg gingen naar ons volgende logeeradres waren we daarom zoals altijd weer blij om het drukke zuiden van Bali te verlaten. Voor jongeren is het een eldorado, maar voor mij is het niet mij favoriete plek.

Ketut had ons uitgenodigd om zijn huis te bezoeken. Hij woont op het platteland, midden in de rijstvelden, tussen Denpasar en Ubud. We werden gastvrij ontvangen door zijn vrouw Erni en de zonen Tristan (11 jaar) en Kayana (8 jaar). Mooi om te zien dat ze zo blij waren om ons te zien. Erni had heerlijke pisang goreng gebakken en avocado juice met chocoladesaus gemaakt. Het werd een gezellig uurtje en daarna vertrokken we weer, op weg naar Belimbing, dat in de bergen lgt.

Na Antosari boog de weg rechtsaf en verlieten we de drukke hoofdweg die naar Java leidt. Links en rechts ontvouwde zich een prachtig landschap met spiegelende rijstterrassen. Dit gedeelte van Bali is een van de mooiste gebieden en toch komen hier bijna geen toeristen. Zó jammer, want al die toeristen, die alleen maar in het zuiden van Bali blijven, krijgen het echte Bali niet te zien.

Bij ons volgende logeeradres Cempaka Belimbing werden welkom geheten door de sympathieke manager Made Sepel, die ik al ongeveer 20 jaar ken. Twee Balinese vrouwen hingen een krans van frangipanibloemen om onze nek. Wat een verschil met Ubud, waar het overal druk is. Hier overheerst de stilte en de eenvoud van de natuur. Alles is hier nog steeds zoals het altijd is geweest. Hier is het dagelijkse leven nog niet beïnvloed door het massatoerisme.

Een uurtje later liepen we naar een dal met schitterende rijstterrassen, maar twee honderd meter van ons logeeradres Cempaka Belimbing. Daar was een Balinees met een traditioneel gereedschap het rijstvelden aan het bewerken. Hij begroette mij en bleek perfect Engels te spreken Al heel gauw kwam ons gesprek op het leven in Nederland, waar de meeste mensen nu ver van de natuur af staan. "De natuur is de basis van ons leven " zei de Balinese man en ik was het helemaal met hem eens.

Nadat we nog enige tijd hadden zitten kijken naar de spiegelende rijstvelden voor ons, gingen we terug en even later zaten we te genieten van een diner met om ons heen de geluiden van een gekko. De krekels deden ook hun best, samen met de kikkers, duiven en nog veel meer dieren die ons een concert gaven als afsluiting van weer een bijzondere dag.

De volgende dag gingen we met gids Wayan drie uur wandelen in de bergen bij Cempaka Belimbing. Het was weer prachtig weer en de zweetdruppels liepen over ons voorhoofd toen we het pad over de glooiende rijstterrassen beklommen en ons een weg baanden door dicht begroeide dalen, waar overal het geluid van stromend water te horen was. Onze gids liet ons zien wat hier allemal groeit in de natuur. Nootmuskaat, ananas, kaneel, lemongras, advocado, bananen, koffie, vanille en nog veel meer. De natuur is hier heel rijk en geeft de Balinezen alles wat ze nodig hebben. Op een gegeven moment opende onze gids een opgerold bananenblad en daar zat een jonge vleermuis in. Het werden drie uren vol verassingen, waar we echt van genoten.

Ik heb nog vergeten te vertellen dat ik vanmorgen al heel vroeg (06.45 uur) ben gaan hardlopen. Dat viel niet mee want de hellingen van de bergen zijn steil en de temperatuur komt niet onder de 25 graden. Daarbij komt dat de honden hier niet echt goed opgevoed zijn. Maar ja, straks moet ik na mijn vakantie weer met mijn loopmaatje van de Bali Runners op pad, dus moet ik hier mijn conditie op peil houden. Lange afstanden lopen gaat hier echter niet, maar dat compenseer ik wel met veel zwemmen en lange wandelingen.

Vanmorgen werden we gewekt door het geluid van de gamelan en toen zagen we door de gordijnen van onze slaapkamer inde verte tussen de palmbomen een lange stoet prachtig geklede Balinezen op weg naar een tempel lopen. Dit is Bali zoals ik het 40 jaar geleden heb leren kennen. Ik ben blij dat ik dit weer met Angela en Ria mag beleven. Straks gaan we met een gids helemaal naar de zuidkust fietsen dat wordt weer een bijzondere dag. Maar nu heb ik genoeg geschreven en daarom sluit ik dit verhaal af met lieve groeten vanaf dit mooie eiland.

Kees

Bali is nog steeds, zoals het altijd was, maar dan anders.

De zestigste keer...

Het is bijna niet te geloven, maar ik ben nu voor de zestigste keer op het eiland Bali. Dus je kunt het gerust een verslaving noemen.

De vliegreis naar Bali met Singapore Airlines (SQ323 EN SQ936) verliep prima, maar het online invullen van de "customs declaration" vergde voor mij als digibeet veel zweetdruppeltjes. Het verdient aanbeveling om dat thuis al te doen.


Zoals altijd stond mijn vriend Ketut ons op het vliegveld op te wachten om ons naar Ubud te brengen, het vroegere kunstenaarsdorp dat nu overspoeld wordt door vooral jonge toeristen. Dat het hier zo druk is, dat merkten we meteen doordat alle ATM pinautomaten leeg waren. Na heel veel pogingen ben ik maar de Mandirabank tegenover de markt gegaan. Daar heb ik meteen 4.000.000 rupia gepind, ik ben dus nu miljonair. De koers was vandaag 16800 rupia voor een euro. Dus zó rijk ben ik nu ook weer niet.

Vandaag hebben de de wandeling gemaakt naar het traditionele dorpje Bankiangsidem, die begon met een cappuccino in het historische IBAH hotel (super mooie tuin) en eindigde bij Kafe Karsa, net voor het dorpje Bankiangsidem. Een mooie wandeling, maar de zon deed ons wel puffen.

De eerste dag besloten we in het echt superfijne Cafe Wayan, waar ik zoals altijd "lemon chicken" bestelde. Och... ik ben zo voorspelbaar, je zou het zelfs saai kunnen noemen.

Natuurlijk hebben we op de eerste én de tweede dag een massage gehad bij Lily's Spa. Super ontspannen is dar, een uur lang voor 6 euro.

De stijfheid van onze spieren verdween als sneeuw voor de zon. Angela en mijn zus Ria vonden het ook super en we liepen alle drie als een veertje zo licht weer terug naar het Pertiwi Resortdtat ons eerste logeeradres is. Guus en Antoinet zullen het zeker herinneren van vorig jaar. Een fijne plek midden in Ubud, maar toch rustig, behalve 's nachts als de muziek van de bars en restaurants de stilte verstoort.

Het begin van deze vakantie is weer goed . De lieve Balinezen geven ons overal zo'n fijn gevoel dat we ons meteen thuisvoelen.

Ons volgende logeeradres is Cempaka Belimbing, boven in de bergen met uitzicht op de vulkaan Batukaru en dat is weer helemaal anders als Ubud. Belimbing is de geboorteplaats van Ketut en het is echt een oase van rust. Daar zal ik mijn volgende verhaal schrijven.

Allemaal lieve groeten uit Bali.

Kees






Kasteel Aldenghoor, een van de parels van het Leudal.

Kasteel Aldenghoor, een heel mooie locatie voor een romantisch verblijf.

Op 21 januari werd ik 77 jaar en dat wilde ik gaan vieren met een wandeling in het Leudal en een verblijf in Kasteel Aldenghoor, dat aan de rand van het dorpje Haelen is gelegen. Het moest een verrassing worden voor mijn partner Angela en dat lukte goed.

We begonnen ons weekend met een heel lekkere cappuccino in Boscafé Busjop, Busschopsweg 9, 6093 AA Haelen.Ik kende dit gezellige boscafé van de Leudaltrail, die ik hier vorig jaar met mijn loopmaatjes had gelopen. Ik was toen al onder de indruk van de locatie (aan de rand van een heel mooi natuurgebied), het bijzondere interieur en de gastvrije ontvangst. Na de overheerlijke cappuccino begonnen we aan onze wandeling door het besneeuwde bos, dat er door de sneeuw nog mooier uitzag. Het natuurgebied Leudal is werkelijk heel bijzonder en ook heel uitgestrekt. Het werd geen lange wandeling, want de bevroren sneeuw maakte het wandelen toch wel een beetje lastig. Rond 12.00 uur waren we weer terug en konden we in Boscafé Busjop gaan genieten van een overheerlijke lunch.

Onze volgende stop zou een bezoek worden aan het Bezoekerscentrum Leudal, Roggelseweg 58, 6081 NP Haelen. Dat was maar een paar kilometer rijden. We werden daar heel goed geinformeerd over alles, wat het Leudal te bieden heeft. Vanaf het bezoekerscentrum liep er een mooi pad langs het riviertje, dat daar door de bossen kronkelt. Dat pad bracht ons naar de Leumolenen dat was het punt, waar we begonnen aan de terugtocht naar het bezoekerscentrum.

Het was intussen al ver in de middag geworden en daarom was het tijd om in te gaan checken bij Kasteel Aldenghoor, Kasteellaan 11, 6081 AN Haelen.Natuurlijk was mijn partner Angela blij verrast toen ze ontdekte dat wij de nacht door zouden gaan brengen in een van de kamers van de zijvleugel van dit historische kasteel. We werden heel gastvrij ontvangen door de gastheer van dit kasteel, die ons het verhaal vertelde over de bijzondere geschiedenis van dit kasteel. We voelden ons meteen thuis in de mooie kamer, die er uitzag of hij helemaal nieuw was, zó schoon was de kamer. Het uitzicht uit de kamer op het binnenplein en het kasteel gaf echt een heel romantisch gevoel en dat was er ook toen we later in het restaurant van het hotel genoten van een werkelijk heerlijk diner.

We sliepen die nacht als marmotjes in de prima bedden en we werden daardoor weer uitgerust wakker. Het ontbijt was heel uitgebreid en ook heel goed. Om een lang verhaal kort te maken: ons verblijf in Kasteel Aldenghoor liet niets te wensen over. Het was gewoon heel goed en daarom durf ik Kasteel Aldenghoor met een gerust hart aan te bevelen aan mensen, die een bezoek aan het Leudal willen combineren met een romantisch verblijf.

Hier zijn de gegevens van het kasteel:

Kasteel Aldenghoor,Kasteellaan 11, 6081 AN Haelen

Telefoon: 0475-203247

Email: info@kasteelaldenghoor.nl

Website: www.kasteelaldenghoor.nl





Gegevens voor de organisatie van een individuele reis naar het eiland Bali.

Gegevens voor de organisatie van een individuele reis naar Bali

Tijdens mijn 59 reizen naar Bali heb ik héél veel informatie verzameld over dit mooie eiland en zijn bewoners. Al deze informatie had ik samengevat in één verhaal. Helaas is dit verhaal om onverklaarbare redenen van mijn reisblog verdwenen. Daarom ben ik nu opnieuw begonnen en het resultaat tot nu toe treft u hieronder aan.

Ik heb in de afgelopen zes jaren ook vier boeken over het leven op het eiland Bali geschreven, te weten:

- Reizen door het échte Bali (een reisverslag);

- Liefde in het échte Bali (een reisverslag en tevens een update van het eerste boek);

- Bali, het leven zal altijd verdergaan (een roman over de Puputan van Badung);

- Bali, het verdriet achter de glimlach (een roman over de Puputan van Margarana).

Helaas is de uitgever van mijn boeken , Lecturium in Zoetermeer, gestopt en daardoor kan ik de hiervoor genoemde boeken niet meer bestellen. Dat is jammer, want de opbrengst van de boeken ging volledig naar het goede doel van de stichting Loopgroep Bali Runners. Deze stichting helpt kinderen in Indonesië, die een beperking hebben en niet goed kunnen lopen. Meer informatie over deze stichting is te vinden op de website www.balirunners.nl.

Recente situatie op Bali.

In het verleden heb ik vaak mensen geholpen, die naar Bali wilden gaan om daar vakantie te vieren. Zij boekten zelf hun vliegtickets en ik hielp hen dan bij het reserveren van de logeeradressen en het transport tussen de logeeradressen via mijn vaste chauffeur Ketut Kumara Giri. Door de oorlog in Oekraine is er heel veel veranderd op de wereld. Ook op Bali zijn de gevolgen van deze oorlog te merken. De prijzen zijn daar ook enorm gestegen en dat maakt een vakantie op Bali een stuk duurder. In het verleden kreeg ik soms korting op de kamerprijs omdat men mij goed kende. De mensen, die ik hielp, kregen die korting ook. Maar dat is nu bijna niet meer het geval. De prijzen van de kamers, die in dit verhaal staan, zijn dus niet meer correct. Ik adviseer nu aan mensen, die bij mij komen voor hulp, om maar te reserveren via boekingssites, zoals bijvoorbeeld www.booking.com . Het voordeel daarvan is dat annuleren meestal gratis is. Ik vind het jammer voor de betreffende logeeradressen want ze moeten dan een deel van de kamerprijs afstaan aan de boekingssite. Maar het is niet anders.

De prijzen van de vliegtickets zijn enorm gestegen. Een jaar of drie geleden betaalde ik voor een retourvlucht met Singapore Airlines (mijn favoriete maatschappij) ongeveer 700 euro. Dit jaar is dat gestegen tot 1100 euro in het laagseizoen en meer dan 2000 euro in het hoogseizoen. Op deze manier wordt het voor veel mensen te duur om naar Bali te gaan. Dat is ook de reden dat ik besloten heb om de mensen in dit verhaal te waarschuwen voor de hoge kosten van een reis naar Bali. Allemaal heel erg jammer, vooral voor de mensen op Bali die afhankelijk zijn van het toerisme en het al zo moeilijk hebben.

Ik verbaas mij erover dat ondanks het voorgaande het toerisme op Bali dit jaar toch weer op gang is gekomen. De coronacrisis heeft er voor gezorgd dat men een paar jaar niet kon gaan. Kennelijk is er nu een "inhaalslag" gaande. Dat is voor de mensen op Bali wel een positieve ontwikkeling. Maar ik vraag mij af of dit zo zal blijven als de prijzen voor de vliegtickets zo hoog zullen blijven.

Belangrijke tip

Wanneer je naar Bali gaat, dan moet je paspoort minimaal geldig zijn tot 6 maanden na je vertrek uit Bali.Als dat niet het geval is, dan kom je Bali niet in en dan wordt het een heel dure vakantie. Kijk dus altijd of je paspoort nog lang genoeg geldig is en als dat niet het geval is, laat het dan tijdig verlengen !

Visum

Bij aankomst op het vliegveld van Bali (Ngurah Rai Denpasar) moet je 35 Amerikaanse dollars betalen voor het "visa on arrival". Als je betaald hebt wordt er een stempel in je paspoort gezet en dat is dan je visum. Zorg wel dat je binnen een maand weer uit Bali bent vertrokken want anders moet je je visum verlengen en dat kost heel veel moeite en ook veel tijd.

Als je langer dan 30 dagen op Bali wilt verblijven, dan is het raadzaam op in Nederland het visum online aan te vragen bij https://visumbuitenland.nl . De kosten van dit visum zijn op dit moment 89,95 euro per persoon.

Corona vaccinatie

Het coronavirus is kennelijk op zijn retour. Maar dat betekent niet dat er op dit punt geen voorwaarden meer zijn om naar Bali te reizen. Op dit moment, dat ik dit schrijf (februari 2023), is een vaccinatiebewijs nog steeds verplicht om toegang tot Bali te kunnen krijgen. Het is aan te raden om het bewijs van een geldige vaccinatie zowel digitaal als op papier mee te nemen. Verder is het belangrijk om de betreffende websites in de gaten te houden, waarop de voorwaarden voor toegang tot Bali in verband met de coronaregels zijn genoemd.

Inentingen

Op Bali is geen malaria, dus je hoeft geen pillen voor malaria mee te nemen. Als je naar Lombok gaat, kan dat wel het geval zijn. Laat je in dat geval adviseren door de instantie, waar je je inentingen gaat halen. Je hebt in ieder geval inentingen nodig tegen DTP (difterie, tetanus, polio), hepatitus A (besmettelijke geelzucht) en buiktyfus. Buiktyfus hoeft eigenlijk alleen als je langer dan drie maanden op Bali blijft, maar laat je adviseren door de instantie, waar je de inentingen gaat halen. Soms zal die ook een inenting tegen rabiës (hondsdolheid) adviseren, maar ik heb dat nooit gedaan.

Medicijnen

Neem in ieder geval medicijnen tegen diarree mee (norrit, imodium, ors). Ik neem verder altijd de volgende middelen mee: paracetamol (pijnstiller), betadine (ontsmetting), pleisters en een schaartje, oordruppels (oorontsteking) en een middel met voldoende DEET tegen muggen.

Knokkelkoorts

Op Bali komt de laatste jaren veel "knokkelkoorts" voor, dat wordt op Bali "dengue" of "db" genoemd. Deze ziekte wordt veroorzaakt door muggen, die ook overdag steken. Het enige wat je er tegen kunt doen is je overdag ook insmeren met DEET. Wanneer je hoge koorts krijgt ga dan meteen naar een arts en laat bij twijfel je door verwijzen naar het ziekenhuis. Van "knokkelkoorts" kun je behoorlijk ziek worden.

Ziekenhuis

Als je op Bali naar een ziekenhuis moet, kies dan altijd voor het BIMC in Denpasar. Ik ben een keer met iemand, die heel ziek was, langs een aantal ziekenhuizen gereden en ik ben toen tot de conclusie gekomen dat het BIMC in Denpasar het enige ziekenhuis was, waar ik naar toe zou gaan als ik op Bali ziek zou worden. Dat wilt niet zeggen dat de andere ziekenhuizen en privéklinieken slecht zijn, maar het BIMC heeft zodanige faciliteiten dat ik mij daar het beste zou voelen. Het BIMC heeft een Australisch management en heeft een goede naam. Het adres is:

BIMC Hospital Kuta, Jalan Bupass Ngurah Rai nomor 100X, Kuta, Kabupaten Badung, 80361 Bali.

Als jullie Ketut als chauffeur hebben, dan zal hij jullie zeker naar dit ziekenhuis kunnen brengen want hij is daar al vaker met zijn klanten geweest.

Bezienwaardigheden enmogelijke activiteiten op Bali

Ik ga op Bali nooit naar pretparken en dergelijke attracties, maar ik kan mij voorstellen dat gezinnen met jonge kinderen dat wel willen. Daarom noem ik voor hen hieronder enkele mogelijkheden:

- Kuta: Waterbompark (waterparadijs voor jong en oud);

- Kuta: Surfen (let op: gevaarlijke onderstroom voor zwemmers en surfers);

- Uluwatu: Surfen;

- Ubud: mountainbiketocht;

- Ubud: raften in de rivier Ayung;

- Ubud: kunstenaarsdorpen;

- Ubud: olifantenpark in het dorp Taro (erg duur !);

- Blayu: bezoek aan nationaal monument bij het dorp Marga;

- Belimbing: mountainbiketocht naar zuidkust;

- Belimbing: wandelen door de bergen;

- Pemuteran: snorkelen bij Biorock project;

- PemuteranL snorkelen bij het eiland Menjangan (relatief duur en koraal is daar niet mooi meer);

- Lovina: dolfijnentocht, bezoek aan boedhistische tempel en waterval;

- Lovina: bezoek aan project van de stichting Stepping Stones Bali;

- Sidemen: raften in de rivier Telega Waja;

- Sidemen: halve dagtrip naar het waterpaleis Tirtagangga;

- Candidasa: catamarantrip naar wit strand Pantai Pasir Putih.

Tradities op Bali

Het hindoegeloof speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de Balinezen. Voor mensen, die echt interesse hebben in de cultuur en de tradities van dit mooie eiland, zijn er elke dag heel veel mogelijkheden om iets van de tradities en cultuur van de Balinezen te leren. Wanneer je een ceremonie tegenkomt of zelfs een crematieplechtigheid, neem dan de tijd om even stil te staan en deze bijzondere gebeurtenissen mee te maken. Wanneer je respect toont voor de levenswijze van de Balinezen, zullen zij dat op prijs stellen. Bij een bezoek aan een tempel is het belangrijk dat je een sarong draagt (ook mannen !) en dat je niet te bloot gekleed bent. Dat is helemaal niet vreemd, want in Nederland gaan we ook niet in een korte broek of badpak in een kerk zitten. Balinezen vinden het geweldig als je meedoet met hun ceremonies. Als je foto's wilt maken, vraag dan even of dat goed is en ga niet op de voorgrond staan. Ga niet met je benen over elkaar zitten terwijl je voetzolen naar je gastheer of gastvrouw wijzen. Aai kinderen niet over hun hoofd. En toon vooral je boosheid of emotie niet, de Balinezen zijn daar niet aan gewend. Als je iets koopt, dan is het normaal dat je afdingt, dat hoort bij hun tradities, maar doe het altijd met een lach. In de boeken, die ik over Bali heb geschreven, staat veel of het dagelijkse leven op Bali, maar ik kan die helaas niet meer bestellen omdat de uitgever van mijn boeken gestopt is met zijn bedrijf.

Transport op Bali

Op het eiland Bali rijden in de kleine dorpjes overal zogenaamde "bemo's". Dat zijn kleine busjes, waarmee de plaatselijk bevolking wordt vervoerd. Als toerist betaal je een hogere prijs dan de plaatselijke bevolking, maar de prijs van de rit is zo laag dat je dat met een lach kunt accepteren. Houd er rekening mee dat de busjes soms heel vol zitten en dat je een varkentje als medepassagier kunt hebben.

Overal op het eiland vind je in de toeristische plaatsen kantoortjes van het vervoerbedrijf "Perama". Deze organisatie rijdt met grote bussen en als je een dag van tevoren reserveert is dat een goedkope en fijne manier om over Bali te reizen.

Als je wat meer privacy wilt hebben en als je ook nog een Nederlands sprekende chauffeur met veel humor wilt hebben, dan is mijn vaste chauffeur op Bali een heel goede optie. Hij heet I Ketut Kumara Giri, maar ik noem hem gewoon Ketut. Aan het eind van dit verhaal heb ik zijn persoonlijke gegevens vermeld.

Geld

In veel bungalowparken en hotels kun je met een creditcard betalen. Er zijn echter nog veel plaatsen, zeker in de niet toeristische regio's, waar je alleen maar met Indonesische roepia's kunt betalen. Die roepia's kun je beter niet in Nederland kopen, want dan ben je duurder uit. Je kunt euro's meenemen naar Bali en daar wisselen bij wisselkantoortjes, maar let dan wel goed op dat ze je genoeg roepia's geven. Ook dien je vooraf af te spreken dat je geen commissie hoeft te betalen.

Het beste kun je gewoon met je bankpas pinnen. Die moet je dan wel vóór je vertrek naar Bali op "werelddekking" laten zetten. Niet vergeten, anders kun je niet pinnen op Bali ! Op dit moment krijg je op Bali voor één euro ongeveer 16.300 roepia. Je kunt niet in elke plaats pinnen, dus houd daar rekening mee als je naar een plaats vertrekt, waar je niet kunt pinnen.

Ubud: In deze toeristische plaats kun je op verschillende plaatsen pinnen, onder andere tegenover Café Lotus;

Blayu: In dit dorp kun je niet pinnen;

Belimbing: In dit bergdorp is wel een pinautomaat, maar die is vaak leeg;

Pemuteran: Hier kun je pinnen langs de hoofdweg;

Lovina: Hier kun je pinnen langs de hoofdweg, in de buurt van Global Village Kafe;

Sidemen: Hier is wel een pinautomaat, maar die is meestal leeg en dan moet je naar Klungkung om te pinnen;

Candidasa: Hier is een pinautomaat langs Kelapa Mas Bungalows.

Logeeradressen op het eiland Bali

In de afgelopen jaren heb ik op het eiland Bali in heel veel kleinschalige bungalowparkjes gelogeerd. De eigenaren en het personeel hebben mij elke keer weer verwend. Mijn ervaringen heb ik samengevat in de hierna volgende opsomming van gegevens, die voor een gedeelte ook te vinden zijn op de websites:

Kuta

Sommige vluchten komen pas laat in de avond aan op het vliegveld Ngurah Rai van Denpasar op Bali. Na een lange intercontinentale vlucht is het dan niet fijn om nog een paar uur in een taxi te zitten voordat het eerste logeeradres op Bali is bereikt. Als ik laat in de avond op Bali aankom, dan kies ik er altijd voor om de eerste nacht door te brengen in CEMPAKA GUESTHOUSE.

Dit logeeradres bestaat uit een aantal heel luxe kamers, die gelegen zijn in de prachtige tuin van het Nederlandse consulaat op het adres Jalan Raya 127 in Kuta. Het grote voordeel is dat dit logeeradres maar ongeveer 20 minuten van het vliegveld is gelegen. De kamers zijn heel luxe en hebben airconditioning. De tuin is een plaatje en heeft ook een groot zwembad. De kamerprijs is 45 euro per nacht en het vervoer vanaf het vliegveld naar Cempaka Guesthouse kost 15 euro. Reserveren is mogelijk in de Nederlandse taal via Marina Purwa, bij voorkeur via een whatsappbericht op 00-62-811392267 of via het emailadres marinapurwa@kcbtours.com. Marina Purwa is de moeder van de Nederlandse honorair consul Simon Purwa. Via de Rotary Club in Kuta worden diverse projecten van goede doelen ondersteund, waaronder scholen, kindertehuizen, bejaardenhuizen en een bloedbank.

Cempaka Guesthouse is een perfect logeeradres om de eerste nacht op Bali door te brengen, zeker als de aankomst op Bali laat in de avond is.

Ubud

Een vakantie op Bali begint voor mij meestal in Ubud. Dat heeft te maken met het feit, dat ik na aankomst op Bali zo snel mogelijk het drukke, toeristische zuiden wil verlaten. Het is maar anderhalf uur rijden vanaf het vliegveld naar Ubud. Vroeger was Ubud een slapend kunstenaarsdorp, maar sinds het boek “Eten, bidden en beminnen” , dat zich voor een gedeelte in Ubud afspeelt, is Ubud erg druk geworden. Toch is het een gezellig dorp gebleven wat veel te bieden heeft. Ik logeer meestal in Nicks Hidden Cottages, een klein bungalowparkje dat ligt in de straat Jalan Bisma, aan de rand van het dorp. In het zelfde straatje zijn enkele restaurantjes en een goed massagesalon, genaamd Lily’s Spa. Daar kun je voor 85.000 roepia (5 euro) een goede massage van een uur krijgen. Meestal is dat het eerste wat ik doe als ik op Bali ben geland. Als je lekker wilt eten is het plekje achter in de tuin van Café Wayan (tussen het voetbalveld en het apenbos) een aanrader. Ook is het leuk om ’s morgens de markt in het centrum te bezoeken. Wat ik iedereen aanraad is een wandeling vanaf het IBAH hotel naar het traditionele dorp Bankiangsidem. Het pad loopt over een heuvelrug tussen twee ravijnen met een mooi uitzicht. Net vóór Bankiangsidem kun je heerlijk “chillen” op de eerste etage van het restaurant Kafe Karsa, dat midden in de rijstvelden ligt en waar je lekker kunt eten met een schitterend uitzicht. Als je weer terug bent gelopen over het zelfde pad, dan kun je eventueel het Antonio Blanco Museum bezoeken, als je daarvan houdt. In de omgeving van Ubud liggen de kunstenaarsdorpen Mas (houtsnijders), Celuk (zilversmeden) en Batubulan (beeldhouwers). Als je die dagtrip doet, zorg er dan voor dat je niet in de dure galerieën terecht komt, maar ga kijken bij de gewone mensen. Als de dagen in Ubud je eerste dagen op Bali zijn, doe dan niet teveel want anders gaat de jetlag dubbel zwaar wegen. Als je weer vertrekt naar je volgende logeeradres, vergeet dan niet te pinnen (tegenover Cafe Lotus) want in Blayu en Belimbing zijn geen pinautomaten.

Blayu

Het echte Bali is in Blayu te vinden. De tijd heeft hier stil gestaan en er zijn maar twee toeristenresorts, te weten Puri Taman Sari in het nabijgelegen Umabian, en Villa Taman di Blayu. Je zult er bijna geen toeristen tegenkomen want deze plek op Bali is nog niet echt ontdekt door het massatoerisme. Villa Taman di Blayu is een werkelijk schitterend resort met een heel mooie tuin en dito kamers. Als je in de twee "superior" kamerslogeert heb je voor je alleen maar het groen van de rijstvelden, echt héél mooi, als je tenminste van stilte en rust houdt. Voor je kamer kabbelt een beekje en in dat beekje speelt zich het dagelijkse leven af. Daarom ga ik daar elke morgen langs wandelen richting Umabian, wat twee kilometer verder ligt. Alles in Villa Taman di Blayu is zoals het moet zijn. Eigenlijk hoef je het parkje niet af, zo mooi is het er. Je kunt een dagtrip maken, bijvoorbeeld naar het nationale Monument in Margarana of de tempel Taman Ayu in de stad Mengwi, die maar 5 kilometer verder ligt. Maar het hoeft niet want Villa Taman di Blayu is zo’n mooie plek dat het zalig is om daar niets te doen. Villa Taman di Blayu hoort tot de duurdere prijsklasse.

Belimbing

Ongeveer twee uur rijden van Blayu ligt het bergdorp Belimbing. Ketut, mijn vaste chauffeur op Bali, is hier geboren. Er is maar één resort in dit dorp, te weten Cempaka Belimbing Villa’s. Ook dit is een superfijne plek om een paar dagen door te brengen. Eigenaar is de Nederlandse Honorair Consul Al Purwa, die getrouwd is met de Nederlandse Marina Wiltschut, die geboren is in Valkenswaard. Het resort wordt geleid door de sympathieke manager Made Sepel, die zijn gasten echt verwent. De kamers zijn ruim en hebben een heel fijne badkamer van lavastenen. Het zwembad is heerlijk fris omdat het water uit de bergen wordt gebruikt. Ik ga hier altijd een korte wandeling met een gids van Cempaka Belimbing maken. Je ziet dan onderweg alles groeien wat je in de keuken gebruikt en komt langs de mooiste rijstvelden van Bali. Ook is het leuk om met een gids van Cempaka Belimbing een mountainbiketocht over stille weggetjes en door slapende dorpjes te maken naar de zuidkust, waar je wordt opgewacht en met een auto weer wordt teruggebracht. Een relaxte dagtocht van ongeveer twee tot drie uur, die door iedereen kan worden gedaan. Controleer vooraf wel even of de fietsen goed zijn. Als je ’s avonds zit te eten bij Cempaka Belimbing hoor je overal de geluiden van vogels en andere dieren, een aparte belevenis is dat. Echt, ik kan dit plekje aan iedereen aanraden. Houd er wel rekening mee dat het hier vaker regent omdat het in de bergen is.

Pemuteran

Pemuteran is een rustige badplaats in het noordwesten van Bali. Vroeger gingen hier veel mensen naar toe, die wilden gaan snorkelen en/of duiken bij het eiland Menjangan. Maar nu is het water rond dit eiland vervuild met plastic en het koraal heeft zijn kleuren verloren. Als je toch naar Pemuteran gaat, dan kan je beter gaan snorkelen bij het Biorock project, vijftig meter vanaf het strand van het resort Taman Sari Bali. Vroeger logeerde ik altijd in dit werkelijk schitterende resort, maar intussen zijn de prijzen dusdanig verhoogd dat het voor mij te duur is geworden. Ik heb een goed alternatief gevonden in Van Karning Guesthouse, dat twee honderd meter vanaf het Taman Sari Resort ligt, dichtbij de doorgaande weg. Een ander alternatief is Adi Assri Resort, dat direct aan zee ligt en een heel groot zwembad heeft. Dit resort zit wel in de duurdere prijsklasse. Als je houdt van een rustig verblijf aan een mooi strand, zonder lastig te worden gevallen door ontelbare verkopers, dan is Pemuteran een heerlijke plek. Als de zon onder is gegaan, dan is een diner in het Taman Sari Resort, in het licht van de lampions bij het strand, een onvergetelijke belevenis. Op zo’n moment mag de tijd stilstaan…

Lovina

Lovina ligt ongeveer een uur rijden van Pemuteran. Vroeger was dit een drukke badplaats, maar nu is het er veel stiller, maar toch is er ’s avonds genoeg te beleven. Meestal logeer ik hier in Starlight Bungalows, aan het strand even buiten het dorp, of in Sawah Lovina in het centrum. De Balinese vrouw van de Nederlandse eigenaar van Sawah Lovina, heeft sinds een paar jaar een restaurant met de naam Warung Ibu Wina. Dat ligt in het straatje dat vanaf het enige stoplicht naar de zee loopt. Wina kookt zelf en je kunt bij Warung Ibu Wina echt superheerlijk eten. Daarnaast is Wina ook een heel leuke vrouw die jij echt verwent met haar kookkunst. Echte een aanrader… Langs de hoofdweg, dicht bij de pinautomaat, ligt Global Village Kafe, een fijn plekje om relaxt te “chillen” bij overheerlijke ijskoffie en een smakelijk gerecht. Er heerst een aangename sfeer en ik ga er altijd graag naar toe. In Lovina kun je in de omgeving een boedhistische tempel zoeken en een waterval. Je kunt er ook het project van de stichting Stepping Stones Bali bezoeken, waar de in Oirschot geboren Marjanne Oomen kinderen helpt, die een beperking hebben en niet goed kunnen lopen. Een bezoek aan het project van de Nederlandse stichting "Smiling Kids Bali"(Jalan Giri 25) is ook zeker de moeite waard, want deze stichting werkt samen met de stichting Stepping Stones Bali en verzorgt o.a. de revalidatie van geopereerde kinderen. Een “must” is zeker een bezoek aan de dolfijnen, die elke morgen langs de kust zwemmen. Als je met de zwager van Marjanne Oomen gaat, dan zal je op een rustige manier kunnen genieten van het prachtige schouwspel dat de zwemmende en springende dolfijnen opvoeren. De zee is bij Lovina altijd rustig, dus je hoeft niet bang te zijn voor hoge golven en zeeziekte. Vergeet niet te pinnen voordat je weer vertrekt. Als ik uit Lovina vertrek ga ik ’s morgens eerst met mijn vaste chauffeur Ketut even langs bij de Duitse Bakker, vijftig meter vanaf het stoplicht, waar ik dan heerlijke appelcarré’s en mueslibroodjes koop. Deze Duitse bakker is duur, maar hij biedt wel kwaliteit, en dat geldt ook voor zijn capuccino. De broodjes en appelcarré’s eet ik meestal op tijdens een vaste stop bij de Gunung Batur. Ik hoef niets te zeggen tegen Ketut, hij weet intussen wel dat ik dat een mooi plekje vindt.

Sidemen

Je kunt op twee manieren vanuit Lovina naar Sidemen rijden. Langs de kust of door het binnenland. Ik kies altijd voor de weg die door het binnenland via de vulkaan Gunung Batur naar Sidemen loopt. Het is de langste tocht want het duurt ongeveer vier uur, maar onderweg is het zo mooi dat het niet verveelt. Het landschap verandert constant en er is veel te zien. In Sidemen logeer ik altijd bij Villa Shantiasa. Deze villa met vierkamers (twee onder, twee boven) is werkelijk schitterend gelegen met een prachtig uitzicht. De prijs van de smaakvol ingerichte kamers is relatief laag en je kunt er een heel aangenaam verblijf hebben. Heel recent hebben alle kamers airconditioning gekregen. Villa Shantiasa is een van mijn favoriete plekken op Bali. Sidemen is een spiritueel dorp, tenminste zo voel ik het. Het derde boek over Bali, dat ik een paar jaar geleden geschreven heb met de titel “Bali, het leven zal altijd verder gaan”, speelt zich hier af. Het is heerlijk om een wandeling door het dal naar de rivier te maken en daar net voor de brug over de rivier links af te slaan om bij Darmada Eco Resort te genieten van de bijzondere sfeer. De eigenaresse Barbara komt uit Zwolle en heeft met haar Balinese man Wayan een klein paradijs gemaakt, waar je de rivier constant hoort stromen. Het zijn twee heel ondernemende mensen en een gesprek met hen levert altijd nieuwe inzichten op. Eten kan je in Sidemen in heel veel leuke restaurants. Een daarvan is Warung Ida, even voorbij het schooltje en net voor het resort Alamdhari. Alamdhari vormt een heel goed alternatief als Villa Shantiasa niet beschikbaar is. Het is leuk om in het dorp Sidemen een ikatweverij te bezoeken, die langs de hoofdweg ligt. Ook is het leuk om een halve dagtrip te maken naar het waterpaleis van Tirtagangga, of te gaan raften in de rivier die door het dal loopt. Maar ook hier is het zalig om even niets te doen en te genieten van de bijzondere sfeer. Je zult geen spijt hebben van je verblijf in Sidemen. Het is echt een plek om je innerlijke ik te ontdekken of weer terug te vinden.

Candidasa

Een vakantie op Bali eindigt voor mij meestal in Candidasa. Deze “badplaats” is eigenlijk niet meer dan een doorgaande weg met daarlangs toeristenresorts. Het is geen aantrekkelijk dorp en het verkeer raast er de hele dag doorheen. Toch wil ik altijd mijn vakantie hier afsluiten. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit, dat ik een strandmens ben. Maar het heeft nog meer te maken met Kelapa Mas Bungalows, waar ik altijd logeer als ik in Candidasa ben. Kelapa Mas Bungalows heeft een heel sympathieke eigenaar (Komang Sudana), die samen met zijn vrouw mij al jarenlang heeft verwend. Voorheen waren de bungalows van dit bungalowparkje slecht onderhouden en heel sober. Maar in de afgelopen jaren is daar verandering ingekomen. De bungalows zijn gerenoveerd en de meesten hebben nu airconditioning. Verder is er twee jaar geleden een prachtig klein zwembad aangelegd, waarbij enkele heel luxe bungalows zijn gebouwd. De tuin is altijd al een sprookje geweest, maar is nu nog mooier geworden met zijn vele palmbomen. Wat mij het meeste aantrekt, dat zijn de avonden op het kleine strandje vóór Kelapa Mas Bungalows. Als de zon begint onder te gaan en de lucht rood kleurt, dan ontstaat er daar een sfeer die niet met woorden te beschrijven is. Het uitzicht met de in de verte Padangbai en het eiland Lembongan, het lieve personeel, het zwoele zeewindje, de geuren en het geluid van de golven, je moet het een keer meemaken om te kunnen begrijpen wat ik bedoel. Ik heb er al ontelbare fijne momenten beleefd. Als ik in Candidasa ben ga ik altijd met de catamaran van “Made Black” naar Pantai Pasir Putih. Meestal vertrek ik dan om 09.00 uur en na een half uurtje varen kom ik dan op het witte strand, waar het turqoise water uitnodigt voor een paar uurtjes zwemmen en snorkelen. Het linker gedeelte van het strand (als je naar zee kijkt) is fijn om te zwemmen, het rechtse gedeelte is beter om te snorkelen. Er zijn geen hotels, maar wel strandhutjes waar je wat eenvoudigs kunt eten of drinken en als je dat doet is je strandbedje waarschijnlijk gratis. Meestal ga ik rond 12.00 weer terug en dan snorkel nog even bij het rif vóór Kelapa Mas Bungalows, wat nog verrassend mooi is en waar de vissen uit je hand eten. Daarna ga ik vaak eten bij het restaurant Astawa. Bij de doorgaande weg loop ik linksaf, langs de lagune en dan nog honderd meter voordat ik bij Astawa ben. De eigenaar van Astawa en zijn personeel hebben mij al ontelbare malen verwend met hun heerlijke eten, dat ook heel goedkoop is. De salades en de visgerechten, de ijskoffie, het is er allemaal even lekker. Langs Astawa ligt de Maya shop, een klein winkeltje waar je leuke dingen voor de thuisblijvers kunt kopen. Aan de andere kant van de weg ligt de Familyshop, waar het ook heel goedkoop is en waar best mooie dingen (houtsnijwerk, sarongs etc.) te koop zijn. In de bocht van de weg kan je een klein weggetje inslaan en als je dat volgt komt je uiteindelijk in de “kampong” waar de Balinezen in eenvoudige huisjes wonen. Ik vind het altijd leuk om daar even rond te dwalen. Vroeger fietste ik ook wel eens naar het traditionele agadorp Tengenan, maar dat is intussen heel toeristisch geworden. Met de plaatselijke “bemo” (klein busje) kun je in twintig minuten naar Padangbai rijden om daar vis te gaan eten en te genieten van de strandjes, of (als je veel tijd hebt) een paar dagen naar het eiland Lembongan te gaan. Vanaf Candidasa is het ongeveer anderhalf uur rijden naar het vliegveld van Denpasar, waar het vliegtuig naar huis te wachten staat. Dat gaat over de enige snelweg, die altijd heel druk is. Het zuiden van Bali is overal druk en ik moet daar altijd aan wennen als ik drie weken in het échte Bali ben geweest (het binnenland). Bali is aan het veranderen, maar toch zijn er nog heel veel plekjes waar het leven heeft stil gestaan en die heb ik proberen te omschrijven is deze samenvatting.

Ketut, mijn vaste chauffeur op Bali

Als ik naar Bali ga, dan wil ik heel graag dat Ketut mijn vaste reisgenoot en chauffeur is. Ik ken Ketut en zijn gezin al ongeveer twintig jaar. Hij is echt een heel fijn mens en ik vind het een voorecht dat ik hem heb mogen ontmoeten. Elke keer heeft hij mij vergezeld op mijn tochten door Bali. Hij is altijd op tijd en rijdt rustig. Drie jaar geleden heeft hij in korte tijd Nederlands geleerd en dat maakt het voor zijn gasten nog leuker om samen met hem in zijn busje door Bali te reizen. Ketut voegt echt iets moois toe aan een vakantie op Bali. Ik durf hem met een gerust hart bij iedereen aan te bevelen. Een paar jaar geleden heb ik samen met Ketut een website laten maken en die geeft heel veel informatie over Ketut en de dagtrips die hij aanbiedt. De website heeft de naam www.bali-dagtrips-taxiservice.nl.

Kees Smetsers

Telefoon: 06-37342970

Email: smetserskees@hotmail.com


Een stukje Bali in het zuiden van Portugal.

Clube Porto Mos in Lagos (Algarve - Portugal)

Soms kom je tijdens een vakantie op een plek, die herinneringen oproept aan onvergetelijk mooie momenten in een ander land. De vakantie van Angela en mij in het stadje Lagos (Algarve - Portugal) is daarvan een voorbeeld.

Op zondag 8 oktober 2023 had ik de hele marathon van Eindhoven gelopen. Het lopen van een hele marathon is een echte uitdaging, zeker als je al 76 jaar bent. In de week vooraf was ik zoals altijd heel gespannen en onzeker. Maar dat verdween meteen nadat het startschot geklonken had. Ik begon meteen met het lopen van een tempo, dat voor mij comfortabel voelde en dat kon ik tot mijn eigen verbazing de hele wedstrijd volhouden. In de laatste kilometers op de Oirschotsedijk en de binnenstad van Eindhoven waren veel deelnemers aan het wandelen, maar bij mij kwam de adreline in mijn lijf en kon ik echt gaan genieten van de wetenschap dat het mij weer zou gaan lukken. Ik voelde geen vermoeidheid en kon op het Statumseind zelfs "waves" gaan maken met publiek, dat rijen dik langs het parcours stond. Constant kippenvel en een héél blij gevoel. In de laatste 100 meter reikte ik met mijn handen naar de hemel, waar mijn moeder en vader zeker genoten zullen hebben van dat moment. Het was weer gelukt.

De dag daarna kwam Henk van Gerven, mijn loopmaat van de Bali Runners die samen met Bas Lemmens ook de hele marathon had gelopen, Angela en mij vroeg in de morgen ophalen om ons naar vliegveld Eindhoven te brengen. Om half 8 vertrokken we met Transavia naar Portugal, waar we een week vakantie zouden gaan vieren. Tot mijn blijdschap voelde ik totaal geen spierpijn en ook geen vermoeidheid. Het lopen van een hele marathon had dus geen sporen achter gelaten. Het bleek dus weer dat mijn manier van trainen (vier maal per week 10 tot 15 kilometer en elke maand een halve marathon) goed was voor iemand van 76 jaar, die geen snelle tijd meer hoeft te lopen.

Toen we op het vliegveld Faro geland waren en onze huurauto van Sunny Cars hadden opgehaald bij het kantoor van Guerin, vertrokken we naar het stadje Lagos (Algarve), waar het hotel SUNPLACE RESORT "Clube Porto Mos" een week ons verblijf zou zijn. Toen we na een klein uur de poort van hotel binnenreden kregen we allebei het zelfde gevoel. Het was alsof we op het eiland Bali aankwamen en dat kwam door de prachtige groene tuin met palmbomen, hibiscusstruiken, bougainvillea en andere tropische bloemen. Tussen al dat groen lagen mooie villa's met in elke villa 3 appartementen. Toen we ingechekt hadden bij de vriendelijke receptioniste liepen we even de tuin bij het zwembad in. Daar was het mogelijk nog mooier en het uitzicht op de zee, het strand en de steile kliffen nog spectaculairder. Wat een mooie plek, het voelde meteen goed. Even later zaten we aan een heerlijke tonijnsalade en een glas verse jus d'orange. Na deze overheerlijke lunch gingen we naar onze kamer, die ruim was en comfortabel. Vanaf het terras keken we uit over de zee, waar we de golven op het strand zagen rollen. Het was een heel mooi begin van onze vakantie.

De volgende dag gingen we naar het dorp Ferragudo.Dat ligt tegenover de grote stad Portimao, aan het water dat vanaf de zee naar het binnenland loopt. Oorspronkelijk hadden we het plan om hier vakantie te gaan vieren, maar later werd het toch Lagos. Ferragudo heeft een gezellig oud centrum met een pleintje, waar een aantal goede visrestaurants zijn. Mijn broer en zijn vrouw zijn hier ook ooit geweest en op hun advies gingen we eten in het visrestaurant"Port Arade". Daar genoten we in de warme zon van een menu met een garnalencocktail, zeebaars en sangria. Angela had hoofdgerecht een ovenschotel met kabeljauw. Het was allemaal even heerlijk en we begrepen meteen waarom mijn broer dit restaurant had aanbevolen. Na een paar uurtjes genieten slenterden we langs het water, waar de vissers hun netten aan het schoonmaken waren. Het werd een heel relaxte dag op een mooi plekje aan de kust van Algarve.

Die avond liepen we van ons hotel naar het gezellige oude centrum van het stadje Lagos,waar we door de steegjes slenterden. Daar was het druk, ondanks dat het toeristenseizoen eigenlijk al voorbij was. Wij houden allebei van een rustige omgeving, maar een paar uurtjes in de drukte van een stadje, dat vinden we ook leuk. Laat op de avond kwamen we weer terug bij ons hotel Clube Porto Mos, dat maar een paar honderd meter van het strand ligt.

Het strand Porto Moszag er heel mooi uit met wit zand, twee leuke strandrestaurants en steile kliffen. Op onze derde dag zouden we gaan genieten van het zwemmen in de zee, maar eerst gingen we naar de rotsformaties van Ponte da Piedade. Dat was maar een paar minuten rijden van ons hotel. Toen we onze huurauto geparkeerd hadden en naar de kliffen liepen, werden we verrast door een prachtig stukje natuur. Ponte da Piedade is een strook langs de kust, die bestaat uit spectaculair mooie rotsformaties en stille strandjes met helder turqoise water. Overal zijn wandelpaden van hardhout aangelegd en bij sommige strandjes zijn er stenen trappen, die helemaal naar het water van deze zee leiden. Als je zo'n trap afloopt, vooral de trap bij de vuurtoren ( Farol da Ponte da Piedade) , dan raak je echt onder de indruk van de gekleurde rotsformaties en de meest spectaculaire vormen die je maar kunt bedenken. Echt wij kwamen niet uitgekeken op dit natuurwonder. Iedereen, die hier vakantie gaat vieren, zou dit gezien moeten hebben.

Op de middag van de zelfde dag zijn we naar het strand van Porto Mos gegaan en daar hebben we een lange wandeling gemaakt. Het was laag water en daardoor was het heerlijk om met blote voeten over het nog natte zand te lopen, met het geluid van de aanrollende golven en de geur van de zee. Op het eind van het strand was het heel rustig en daar lagen ook mensen in hun blootje. De wetten van Portugal laten het toe dat iedereen overal bloot mag genieten van het strand en de zee, zo lang andere strandbezoekers maar niet gestoord worden. We gingen daar zwemmen in de zee, die een heerlijke temperatuur had. Het water was er helder en het drijven op de golven met het uitzicht op de geelgoude kliffen was echt spectaculair mooi. Later in de middag ging de ondergaande zon op het strand van Porto Mosde kliffen kleuren en werd het allemaal nog mooier. Een heel mooi einde van een heerlijke dag.

De volgende dag zijn we over de kliffen van Ponte da Piedade naar het strand Praia Dona Anagewandeld. Daar ligt het strand bezaaid met schelpen, die lijken op het Shell logo. Het is een intiem strandje met heerlijk, rustig, glashelder turqoise zwemwater en een klein restaurantje. In dit restaurantje is het uitzicht over de zee super en de sfeer heel gezellig. Ik maakte daar wel een lelijke smak toen ik op een vlonder uitgleed, maar behalve dat ik een stukje vel van mijn been kwijtraakte viel het wel mee. Tijdens onze vakantie zijn we met Vasco, de zoon van een broer van Angela, en diens vriendin nog een keer naar dit strandje geweest. Ik zou hier nog heel veel keren terug willen gaan, want het is er echt super.

Op een van de volgende dagen zijn we naar Aljezur gereden. Dat witte stadje ligt aan de zuidwestkust van Portugal. We wilden eigenlijk naar de kliffen bij het strand van Praia da Amoreiragaan, maar we kwamen uit bij Arrifana, dat aan de andere kant van de vallei ligt. Dus we moesten helemaal terug rijden naar Aljezur voordat we de weg naar Praia da Amoreira konden inslaan. Dat bleek een slecht onderhouden weg te zijn, maar uiteindelijk bereikten we toch ons doel. Daar gingen we wandelen over het pad bij de kliffen, dat bleek te bestaan uit los zand, wat het lopen moeilijk maakte. Het uitzicht op de steile kliffen en de stille strandjes maakte echter alles goed. Na de wandeling gingen we in Aljezur bij de Intermarché supermarkt fruit kopen. De boodschappen zijn in Portugal nog duurder als bij ons en we vroegen ons af hoe de Portugezen dat doen want hun lonen zijn veel lager. Gelukkig is het eten en drinken in de restaurants en café's wel veel goedkoper dan bij ons.

Op de terugweg van Aljezur naar Lagos hebben we nog een stop gemaakt in het kleine dorpjeBarâo de Sâo Joâo.Daar hebben we ooit vrienden uit Zeeland ontmoet, die in de vallei bij dit dorp tussen hippies een rustig en eenvoudig leven leiden.

Op een van onze dagen zijn we over de kliffen van het strand van Porto Mos naar het stadje Luz gewandeld. Heen en terug was het ongeveer 12 kilometer en dat was goed te doen, al bezorgde de steile afdaling naar het stadje Luz ons wel heel wat zweetdruppeltjes. Maar de wandeling was echt prachtig, met constante het weidse uitzicht over het turqoise water van de zee en de kleuren van de steile kliffen en het strand diep beneden ons. Deze wandeling maakt deel uit van de Rota Vicentina,een route die langs de hele kust van Portugal loopt. Het moet heel bijzonder zijn om in enkele weken deze hele route te lopen. Misschien gaan we het nog ooit doen.

Op de dag van onze terugvlucht naar Eindhoven moesten we nog wat regelen. We zouden pas 's avonds vliegen en we moesten vóór 10.00 uur uitchecken. Dus we hadden heel wat uren te overbruggen, maar dat was snel opgelost. Bij ons hotel Clube Porto Mos mochten we na het uitchecken de hele dag gebruik maken van het zwembad, de douches, de sauna, de jacuzzi en het restaurant, zonder dat we daarvoor hoefden te betalen. En via de verhuurder van onze auto (Sunny Cars - Guerin)kregen we toestemming om onze huurauto 5 uur later in te leveren tegen een geringe bijbetaling. Daardoor konden we 's avonds uitgerust in het vliegtuig van Transavia stappen, dat ons naar Eindhoven bracht, waar mijn loopmaat Henk van Gerven stond te wachten om ons naar huis te brengen.

Het was een heel relaxte vakantie geweest, die ik met een gerust hart bij iedereen durf aan te bevelen.

Kees Smetsers

Middelbeers





Logeren bij twee héél lieve Belgische mensen.

Een perfecte combinatie van gastvrijheid, relaxte wellness en culinair genieten.

Angela en ik had een maand geleden het plan gemaakt om een weekend naar België te gaan om daar een dag in Sauna Hezemeer te combineren met een fietstocht in de omgeving van de Abdij van Averbode en het (toeristische) bedevaartsoord Scherpenheuvel. Helaas gooide het "zomerweer" roet in ons eten, want volgens de voorspellingen zou het zaterdag en zondag de hele dag regenen. Daarom moesten we ons plan wijzigen, maar dat bleek tijdens ons weekend niet erg te zijn. Het gebrek aan mooi weer werd meer dan goed gemaakt door de hartverwarmende gastvrijheid van de eigenaren van ons logeeradres.

Stichting "Vrienden op de fiets".

De stichting "Vrienden op de Fiets" (www.vriendenopdefiets.nl)(administratie@vriendenopdefiets.nl) is bedoeld voor sportieve mensen, die op eigen spierkracht meerdaagse tochten maken, fietsend, wandelend, schaatsend, in een kano of met elk ander niet gemotoriseerd vervoermiddel. Zo staat het letterlijk in het jaarlijkse boekje, dat de aangesloten leden ontvangen. Voor 25 euro per "vriend" kun je bij particulieren een warm onthaal, een schoon bed en een energie opwekkend ontbijt krijgen (exclusief eventuele toeristenbelasting). In het jaarlijkse boekje van de stichting staan héél veel adressen in Nederland, maar ook in België, Frankrijk, Duitsland, Spanje en nog meer landen. Je logeert meestal bij mensen in huis, maar ook vaak in een apart gebouwtje, zoals bijvoorbeeld een tuinhuisje. Op dit moment is het lidmaatschapsgeld 8,00 euro per jaar. Angela en ik maken al veel jaren gebruik van de diensten van deze stichting en dat heeft ons al héél veel mooie logeerervaringen opgeleverd.


Ons logeeradres in Meerhout (België).

Omdat we tijdens dit weekend van plan waren een dagje naar Sauna Hezemeer (Laakdal - België) te gaan, zochten we een logeeradres in het jaarboekje van de stichting "Vrienden op de fiets", dat in de buurt van deze sauna was gelegen. Onze keuze viel op een logeeradres in Meerhout, dat maar een paar kilometer van de sauna was gelegen. Het bleek een boerderij op het stille platteland te zijn, waar we gastvrij werden ontvangen door Lieve Cornelis en haar man Roger. We voelden ons meteen thuis en eigenlijk kwamen we binnen 5 minuten tot de conclusie dat we hier nog vaker terug zouden willen komen. Dat heeft heel veel te maken met Lieve en Roger, wiens gastvrijheid, openheid en liefde voor de medemens grote indruk op ons maakten. Wat een lieve mensen zijn dit ! We kregen een kamer in een bijgebouw van het woonhuis. De "kamer" bestond uit een grote serre met heel veel licht en zicht op de weelderige tuin vol met bloemen, een grote badkamer en een slaapkamer met twee eenpersoons bedden, die tegen elkaar geplaatst konden worden. Die avond werd het heel gezellig en als zoon van een boer luisterde ik met veel interesse naar Roger, die ons uitlegde hoe het "biogas bedrijf" werkte. In het kort komt het er op neer dat op deze boerderij afvalstoffen uit de voedingsindustrie (brood, groenten en nog veel meer)(1/3), alsmede mest (1/3) en landbouwgewassen (1/3) via een gistingsproces worden omgezet in elektriciteit voor héél veel huishoudens (meer dan 2500 personen). Een prachtig voorbeeld van een duurzaam bedrijf, dat een heel mooie bijdrage levert aan een betere toekomst voor iedereen. Angela en ik vonden het heel interessant om dit te horen, maar het werd ook een heel gezellige avond. De volgende morgen werden wij verwend met een heerlijk, overvloedig ontbijt. Lieve had voor ons eigen gemaakte yoghurt op tafel gezet, die onze tongen streelde. Kortom, wij werden het hele weekend verwend als waren wij hun eigen kinderen. Om deze reden durf ik dit logeeradres met een gerust hart bij iedereen aan te bevelen. Hier zijn de contactgegevens: Lieve Cornelis, De Donken 10, 2450 Meerhout (B), telefoon 00-32-489 300400 en 00-32-497 252508, emailadres: lieve.cornelis@hotmail.com.

Restaurant " De Martino" in Meerhout.

De eerste avond van dit weekend zijn we wezen dineren in het restaurant "De Martino" in Meerhout. Dat lag maar een paar kilometer van ons logeeradres, net buiten het centrum van Meerhout. We waren eigenlijk veel te vroeg, het was namelijk 16.30 uur toen we naar binnen gingen. We werden ontvangen door de aardige, charmante eigenaar, die ons meteen een goed gevoel gaf en de tijd nam om ons de geschiedenis van dit restaurant te vertellen. Het sfeervolle interieur met glas in lood ramen en muurschilderingen bij de intieme binnentuin gaven ons diner in dit restaurant een bijzonder tintje. Ik bestelde "groentecurry indian style met grote garnalen en kip" dat niet alleen een heel mooi plaatje was, maar ook overheerlijk smaakte. Wat Angela heeft gegeten, dat weet ik niet meer, maar ook zij genoot van haar gerecht. Alles klopte bij dit restaurant en toen wij afscheid namen van onze vriendelijke gastheer hadden we weer een heel goed gevoel. Dit restaurant past perfect in het plaatje van de combinatie met ons logeeradres en sauna Hezemeer. Hier zijn de contactgegevens: Restaurant De Martino, Nick Verlooij en Cindy Vandersijppe, Bevrijdingslaan 152, 2450 Meerhout (B), telefoon 00-32-(0)14 308093, www.restaurantmartino.be. Reserveren wordt aanbevolen omdat het vaak druk is in dit restaurant.

Sauna Hezemeer

Sauna Hezemeer (www.hezemeer.be) is heel mooi gelegen in een dennenbos van de gemeente Geel. De afstand tot ons logeeradres was maar een paar kilometer. Het is echt een fijne sauna met een groot verwarmd zwembad (25 graden) en een groot koud zwembad (21 graden). De opgietsauna is een van de grootste, die ik ooit heb gezien. Elk uur zijn er (gratis) opgietingen. Er is ook een heel fijne zoutsauna. De keuken is goed en de bediening is attent, ook al had men hier last van een gebrek aan personeel. Deze sauna maakt deel uit van een keten van sauna's, waartoe ook de sauna's Elysium, Thermen Barendrecht, Spasense, Veluwse Bron, Spapuur, De Valkenberg, Spaweesp, Spawell, Thermen Holiday en De Zwaluwhoeve deel uitmaken. Op dit moment loopt er via de landelijke kranten een spaaractie waarbij je voor een grote korting kunt genieten van de aangesloten sauna's. Sauna Hezemeer is zeker een van de betere sauna's uit deze keten en daarom gaan Angela en ik er elke keer weer met plezier naar toe.

De combinatie, zoals ik hierboven heb beschreven, heeft ons een heel fijn weekend opgeleverd en daarom wilde ik deze ervaring graag met iedereen delen.

Kees Smetsers