keessmetsers.reismee.nl

Portugal, een superfijn vakantieland.

Ik ben in de afgelopen jaren al heel wat keer in Portugal op vakantie geweest en ik ben tot de conclusie gekomen dat Portugal een heel fijn vakantieland is. Overal ondervind je de gastvrijheid van vriendelijke mensen, die meestal een zee van tijd hebben om jou te verwennen. Het klimaat is er fijn en het eten heerlijk. De meeste jongeren gaan naar de Algarve in het zuiden, waar gezellige stadjes het contrast vormen met hagelwitte stranden die omzoomd worden door steile rotsformaties. Als je echter meer van rust houdt, dan biedt het binnenland een overvloed van natuurparken en stille dorpjes waar de tijd heeft stil gestaan.

Angela en ik zouden deze keer weer op bezoek gaan bij de broer van Angela, die samen met zijn vrouw Rieke in het natuurgebied Serra da Estrela en werkelijk prachtige camping heeft met de naam Quinta das Cegonhas.Tientallen jaren geleden was het hoofdgebouw nog een ruine, maar Gerard Duis en Rieke Mariën hebben de ruine in de afgelopen jaren omgetoverd tot een indrukwekkend mooi gebouw met appartementen , dat de allure van een kasteel heeft. Een heel groot zwembad en terrasvormige campingplaatsen met een adembenemend mooi uitzicht op de vallei bij de dorpjes Nabainhos en Melo, maken het geheel compleet. Gerard kan ook nog eens heel goed koken en dat maakt het verblijf op deze camping tot een echt feest.

Toen wij aankwamen op de camping ontmoetten we Vasco (de zoon van Gerard en Rieke) en zijn vrouw Darlene, die samen recent een zoon hadden gekregen. Het was een mooi weerzien en een fijn begin van onze vakantie in het noorden van Portugal. Die vakantie begon de volgende dag met een wandeling op de Passadicos Mondego,die begint bij het dorpje Videmonte. Het is een hardhouten vlonder, die zich drie kilometer lang in een dal langs de rivier Mondego slingert. Dit is echt een unieke belevenis en eigenlijk zou iedereen dit moeten doen die hier in de buurt is. Later in onze vakantie zouden we nog meer "passadicos" tegenkomen, een heel mooie manier om van de natuur te genieten.

Op de derde dag van onze vakantie reden we met Gerard en Rieke helemaal naar de noordelijke grens van Portugal, die gevormd wordt door de rivier Minho. Daar gingen we bij het stadje Moncaotwee dagen logeren in een heel mooi oud gebouw op een wijngaard, waar de Alvarinho wijn wordt gemaakt. Ook dit is een heel mooie quinta met een hoofdgebouw dat ook op een kasteel lijkt. Het interieur is nog helemaal authentiek en je waant je daar in lang vervlogen tijden. Solar de Serradeheet dit unieke logeeradres en het is echt een feest om daar te verblijven en onder andere te genieten van een héél goed ontbijt. Op de eerste avond zijn we in het stadje Moncao wezen eten bij het restaurant Cabral,waar we door de eigenaar verwend werden met een heerlijke gegrilde vis. De volgende dag wilde Rieke een stukje van de "camino Santiago Compostela" gaan lopen en daarom reden we in onze huurauto van Sunny Cars (een aanrader) naar de stad Valenca, waar we bij een fort lopend die rivier overstaken, die de grens met Spanje vormt. Halfweg op de brug liepen we Spanje binnen en vervolgens liepen we nog even door, totdat we weer terugkeerden naar het fort. Voor Rieke was deze wandeling een overwinning op zichzelf want ze had in de afgelopen maanden een operatie ondergaan en kon nu voor het eerst weer een lange wandeling maken. Intussen werd het weer steeds slechter en besloten we de namiddag door te brengen in het stadje Alvaredo,dat ten noorden van een heel mooi natuurpark ligt, namelijk Nationaal Park Peneda Geres,waar onder andere een waterval met de naam Cascade da Portela do Homemde moeite waard is om te bezoeken. Rieke en Gerard zouden daar de volgende dag naar toe gaan.

Angela en ik had besloten om via de westkust van Portugal weer terug te rijden naar Porto en dus namen we de volgende dag afscheid van Gerard en Rieke, waarmee we vier gezellige en mooie dagen hadden beleefd. We reden eerst naar het stadje Viana do Castelo,waar we één nacht gingen logeren in een villa met de naam 3 Maria.Eigenlijk zijn wij helemaal geen stadsmensen, wij houden meer van de rust en de eenvoud van de natuur. Daarom valt er ook niet veel te vertellen van ons verblijf in dit stadje.

De volgende dag reden we door naar het stadje aan de kust met de naam Esposende. Via booking.com hadden we daar een kamer gehuurd in het hotel Suave Mar.Meteen bij aankomst voelden we dat dit een schot in de roos was. We kwamen er al vroeg in de morgen (10.30) aan en tot onze verrassing konden we toch al meteen inchecken. Toen we onze kamer binnen liepen kwam de tweede verrassing. We hadden een gratis upgrade naar een superior kamer gekregen en dat betekent een héél grote kamer met zeezicht en een gigantische badkamer met een bubbelbad. We besloten meteen om maar een dag extra bij te boeken, want hier wilden we graag zijn. Helemaal blij liepen we de boulevard op, die grensde aan een lagune die aan de rechterkant (5 minuten lopen) grenst aan een prachtig wit strand van Esposende en aan de overkant een dito wit strand met een stukje natuurreservaat van hetdorpje Ofir.

In de namiddag liepen we over de boulevard naar het centrum van Esposende (15 minuten lopen) waar een gezellige markt was met een restaurantje, genaamd Boteca do Mercado.Daar hebben we op een avond nog "poke bowl" met vis gegeten, die we helemaal zelf mochten samenstellen. De sfeer was daar goed, vooral als de ondergaande zon de horizon boven de zee in een prachtige kleur zette. De drie dagen waren er eigenlijk veel te kort, zeker nu het na een paar dagen slecht weer echt zonnig begon te worden. Dat was echt lekker na de kou en regen van de afgelopen dagen. Hoe dan ook, het waren drie heerlijke dagen in Esposende en wat mij betreft mogen we hier gerust nog een keer teruggaan.

Tijdens ons verblijf in Esposende zijn we ook een dagje naar het stadje Apuliagegaan (een kwartier rijden). Daar liepen we langs het strand en kwamen we rond de middag bij toeval uit bij een vissershutje met de naam Cantinho dos Pescadores.Vóór het hutje lagen op het strand een paar fel gekleurde vissersbootjes terwijl op zee hoge golven naar het strand rolden. Het vissershutje bleek ook een restaurantje te zijn. We hadden honger en we gingen daarom op een van de bankjes voor het vissershutje zitten. Daar werden we welkom gegeten door een indrukwekkend dikke visser, die met ontbloot bovenlijf ons het menu kwam brengen. We bestelden "dourade", die boven een houtskoolvuur werd gegrild. Even later zaten we te genieten van een overheerlijke gegrilde vis met groenten en knoflookaardappels. Echt, zo super lekker, we aten onze vingers bijna op. En dan de plek, aan zee, met vóór ons de vissersbootjes en de huisjes van de vissers, waarop allemaal spreuken waren geschreven. Het kon niet mooier, het kon niet beter. Echt iets om nooit te vergeten.

Op 29 oktober moesten we onze huurauto van Sunny Cars in gaan leveren. Het was een fijne auto geweest en we hadden er fijn mee gereden op de rustige snelwegen, waar veel minder vrachtauto's rijden dan in Nederland. Onze auto had ook een tolkastje, waardoor we bij de tolpoorten overal gewoon door konden rijden. Het was een ruime Seat Ibiza, waarvan de huur met een volledige verzekering zonder borg maar 27 euro per dag kostte. Daarom kan Ik Sunny Cars zeker aanbevelen.

We leverden dichtbij het vliegveld onze auto in en werden daarna in een shuttlebusje naar het vliegveld gebracht, waar we tegenover de vertrekhal de laatste nacht zouden doorbrengen in het Park Hotel Aeroporto.Dit hotel ligt maar 10 minuten lopen van de vertrekhal en voor een paar euro brengen ze jou naar de vertrekhal, maar je kunt er ook lopend naar toe gaan. De kamers zijn er niet groot, maar wel heel goed en geluiddicht, je hoort er niets.

Nadat we ingecheckt hadden liepen we naar de halte van de metro (5 minuten lopen), waar we online uit een automaat twee dagkaartjes voor de metro naar het station Trindade van Portokochten (9 euro per stuk).De rit naar het station Trindade duurde ongeveer een half uur en toen stapten we uit in het historische centrum van Porto, waar het ene gebouw nog mooier en indrukwekkender is als het andere. We liepen richting het centrum en dat was constant omlaag totdat we beneden bij de rivier Douro aankwamen. Daar ligt een kleine boulevard aan het water, genaamd Cais de Ribeira, waar ontzettend veel toeristen genoten van het mooie uitzicht op de 60 meter hoge LUIS I brug en de Porthuizen aan de overkant. De smalle straatjes zijn er prachtig en de intieme restaurantjes ook, maar het was er veel te druk. We hielden het na een paar uur dan ook voor gezien. Zoals gezegd zijn wij geen stadsmensen en worden we al snel helemaal gek van de krioelende mensenmassa om ons heen. We aten en dronken eerst nog wat lekkers en gingen toen weer de metro terug naar ons hotel bij het vliegveld. Daar sliepen we als rozen tijdens onze laatste korte nacht in Portugal. Om 4.30 in de morgen schoven we aan voor het ontbijtbuffet in het Park Hotel Aeroporto en daarna liepen we naar de vertrekhal van het vliegveld, waar we om 07.05 uur met Ryanair weer terugvlogen naar Eindhoven. Het was een mooie vakantie geweest met op sommige dagen minder goed weer, maar de vriendelijkheid van de Portugezen had dat meer dan goed gemaakt.

Kees Smetsers


Gegevens voor de organisatie van een individuele reis naar het eiland Bali.

Gegevens voor de organisatie van een individuele reis naar Bali

Tijdens mijn 60 reizen naar Bali heb ik héél veel informatie verzameld over dit mooie eiland en zijn bewoners. Al deze informatie had ik samengevat in één verhaal. Helaas is dit verhaal om onverklaarbare redenen van mijn reisblog verdwenen. Daarom ben ik nu opnieuw begonnen en het resultaat tot nu toe treft u hieronder aan.

Ik heb in de afgelopen zeven jaren ook vier boeken over het leven op het eiland Bali geschreven, te weten:

- Reizen door het échte Bali (een reisverslag);

- Liefde in het échte Bali (een reisverslag en tevens een update van het eerste boek);

- Bali, het leven zal altijd verdergaan (een roman over de Puputan van Badung);

- Bali, het verdriet achter de glimlach (een roman over de Puputan van Margarana).

Helaas is de uitgever van mijn boeken , Lecturium in Zoetermeer, gestopt en daardoor kan ik de hiervoor genoemde boeken niet meer bestellen. Dat is jammer, want de opbrengst van de boeken ging volledig naar het goede doel van de stichting Loopgroep Bali Runners. Deze stichting helpt kinderen in Indonesië, die een beperking hebben en niet goed kunnen lopen. Meer informatie over deze stichting is te vinden op de website www.balirunners.nl.

Recente situatie op Bali.

In het verleden heb ik vaak mensen geholpen, die naar Bali wilden gaan om daar vakantie te vieren. Zij boekten zelf hun vliegtickets en ik hielp hen dan bij het reserveren van de logeeradressen en het transport tussen de logeeradressen via mijn vaste chauffeur Ketut Kumara Giri. Door de oorlog in Oekraine is er heel veel veranderd op de wereld. Ook op Bali zijn de gevolgen van deze oorlog te merken. De prijzen zijn daar ook enorm gestegen en dat maakt een vakantie op Bali een stuk duurder. In het verleden kreeg ik soms korting op de kamerprijs omdat men mij goed kende. De mensen, die ik hielp, kregen die korting ook. Maar dat is nu bijna niet meer het geval. De prijzen van de kamers, die in dit verhaal staan, zijn dus niet meer correct. Ik adviseer nu aan mensen, die bij mij komen voor hulp, om maar te reserveren via boekingssites, zoals bijvoorbeeld www.booking.com . Het voordeel daarvan is dat annuleren meestal gratis is. Ik vind het jammer voor de betreffende logeeradressen want ze moeten dan een deel van de kamerprijs afstaan aan de boekingssite. Maar het is niet anders.

De prijzen van de vliegtickets zijn enorm gestegen. Een jaar of drie geleden betaalde ik voor een retourvlucht met Singapore Airlines (mijn favoriete maatschappij) ongeveer 700 euro. Dit jaar is dat gestegen tot 1100 euro in het laagseizoen en meer dan 2000 euro in het hoogseizoen. Op deze manier wordt het voor veel mensen te duur om naar Bali te gaan. Dat is ook de reden dat ik besloten heb om de mensen in dit verhaal te waarschuwen voor de hoge kosten van een reis naar Bali. Allemaal heel erg jammer, vooral voor de mensen op Bali die afhankelijk zijn van het toerisme en het al zo moeilijk hebben.

Ik verbaas mij erover dat ondanks het voorgaande het toerisme op Bali dit jaar toch weer op gang is gekomen. De coronacrisis heeft er voor gezorgd dat men een paar jaar niet kon gaan. Kennelijk is er nu een "inhaalslag" gaande. Dat is voor de mensen op Bali wel een positieve ontwikkeling. Maar ik vraag mij af of dit zo zal blijven als de prijzen voor de vliegtickets zo hoog zullen blijven.

Belangrijke tip

Wanneer je naar Bali gaat, dan moet je paspoort minimaal geldig zijn tot 6 maanden na je vertrek uit Bali.Als dat niet het geval is, dan kom je Bali niet in en dan wordt het een heel dure vakantie. Kijk dus altijd of je paspoort nog lang genoeg geldig is en als dat niet het geval is, laat het dan tijdig verlengen !

Visum

Inmiddels hebben er voor wat betreft het visum weer veranderingen plaats gevonden Met name dient er bij aankomst op Bali online een "customs declaration" te worden ingevuld. Voor mensen, die wat betreft het internet geen uitblinkers zijn, zoals wij, is het raadzaam om het formulier thuis voor aanvang van de heenreis in te vullen. Dat voorkomt stress bij aankomst op Bali.

Bij aankomst op het vliegveld van Bali (Ngurah Rai Denpasar) moet je 35 Amerikaanse dollars betalen voor het "visa on arrival". Als je betaald hebt, dan krijg je daarvan een bewijs. Voorheen werd er een stempel in je paspoort gezet, maar dat is nu niet meer het geval. Je krijgt nu een email toegestuurd en daar staat in tot welke datum je visum geldig is. Deze email moet je bij het verlaten van Bali laten zien aan de autoriteiten op het vliegveld. Zorg wel dat je binnen een maand weer uit Bali bent vertrokken want anders moet je je visum verlengen en dat kost heel veel moeite en ook veel tijd.

Als je langer dan 30 dagen op Bali wilt verblijven, dan is het raadzaam op in Nederland het visum online aan te vragen bij https://visumbuitenland.nl . De kosten van dit visum zijn op dit moment 89,95 euro per persoon.

Corona vaccinatie

Het coronavirus is gelukkig voorbij. Het is desondanks belangrijk om de betreffende websites in de gaten te houden, waarop de voorwaarden voor toegang tot Bali in verband met de coronaregels zijn genoemd. Op dit moment (april 2024) zijn er geen voorwaarden voor toegang tot Bali, die verband houden met de coronacrisis.

Inentingen

Op Bali is geen malaria, dus je hoeft geen pillen voor malaria mee te nemen. Als je naar Lombok gaat, kan dat wel het geval zijn. Laat je in dat geval adviseren door de instantie, waar je je inentingen gaat halen. Je hebt in ieder geval inentingen nodig tegen DTP (difterie, tetanus, polio), hepatitus A (besmettelijke geelzucht) en buiktyfus. Buiktyfus hoeft eigenlijk alleen als je langer dan drie maanden op Bali blijft, maar laat je adviseren door de instantie, waar je de inentingen gaat halen. Soms zal die ook een inenting tegen rabiës (hondsdolheid) adviseren, maar ik heb dat nooit gedaan.

Medicijnen

Neem in ieder geval medicijnen tegen diarree mee (norrit, imodium, ors). Ik neem verder altijd de volgende middelen mee: paracetamol (pijnstiller), betadine (ontsmetting), pleisters en een schaartje, oordruppels (oorontsteking) en een middel met voldoende DEET tegen muggen.

Knokkelkoorts

Op Bali komt de laatste jaren relatief veel "knokkelkoorts" voor, dat wordt op Bali "dengue" of "db" genoemd. Deze ziekte wordt veroorzaakt door muggen, die ook overdag steken. Het enige wat je er tegen kunt doen is je overdag ook insmeren met DEET. Wanneer je hoge koorts krijgt ga dan meteen naar een arts en laat bij twijfel je door verwijzen naar het ziekenhuis. Van "knokkelkoorts" kun je behoorlijk ziek worden. Met name voor heel jonge kinderen en ouderen met een slechte weerstand kan het gevaarlijk zijn.

Ziekenhuis

Als je op Bali naar een ziekenhuis moet, kies dan altijd voor het BIMC in Denpasar. Ik ben een keer met iemand, die heel ziek was, langs een aantal ziekenhuizen gereden en ik ben toen tot de conclusie gekomen dat het BIMC in Denpasar het enige ziekenhuis was, waar ik naar toe zou gaan als ik op Bali ziek zou worden. Dat wilt niet zeggen dat de andere ziekenhuizen en privéklinieken slecht zijn, maar het BIMC heeft zodanige faciliteiten dat ik mij daar het beste zou voelen. Het BIMC heeft een Australisch management en heeft een goede naam. Het adres is:

BIMC Hospital Kuta, Jalan Bupass Ngurah Rai nomor 100X, Kuta, Kabupaten Badung, 80361 Bali.

Als jullie Ketut als chauffeur hebben, dan zal hij jullie zeker naar dit ziekenhuis kunnen brengen want hij is daar al vaker met zijn klanten geweest.

Bezienwaardigheden enmogelijke activiteiten op Bali

Ik ga op Bali nooit naar pretparken en dergelijke attracties, maar ik kan mij voorstellen dat gezinnen met jonge kinderen dat wel willen. Daarom noem ik voor hen hieronder enkele mogelijkheden:

- Kuta: Waterbompark (waterparadijs voor jong en oud);

- Kuta: Surfen (let op: gevaarlijke onderstroom voor zwemmers en surfers);

- Uluwatu: Surfen;

- Ubud: mountainbiketocht;

- Ubud: raften in de rivier Ayung;

- Ubud: kunstenaarsdorpen;

- Ubud: olifantenpark in het dorp Taro (erg duur !);

- Blayu: bezoek aan nationaal monument bij het dorp Marga;

- Belimbing: mountainbiketocht naar zuidkust;

- Belimbing: wandelen door de bergen;

- Pemuteran: snorkelen bij Biorock project;

- PemuteranL snorkelen bij het eiland Menjangan (relatief duur en koraal is daar niet mooi meer);

- Lovina: dolfijnentocht, bezoek aan boedhistische tempel en waterval;

- Lovina: bezoek aan project van de stichting Stepping Stones Bali;

- Sidemen: raften in de rivier Telega Waja;

- Sidemen: halve dagtrip naar het waterpaleis Tirtagangga;

- Candidasa: catamarantrip naar wit strand Pantai Pasir Putih.

Tradities op Bali

Het hindoegeloof speelt een belangrijke rol in het dagelijkse leven van de Balinezen. Voor mensen, die echt interesse hebben in de cultuur en de tradities van dit mooie eiland, zijn er elke dag heel veel mogelijkheden om iets van de tradities en cultuur van de Balinezen te leren. Wanneer je een ceremonie tegenkomt of zelfs een crematieplechtigheid, neem dan de tijd om even stil te staan en deze bijzondere gebeurtenissen mee te maken. Wanneer je respect toont voor de levenswijze van de Balinezen, zullen zij dat op prijs stellen. Bij een bezoek aan een tempel is het belangrijk dat je een sarong draagt (ook mannen !) en dat je niet te bloot gekleed bent. Dat is helemaal niet vreemd, want in Nederland gaan we ook niet in een korte broek of badpak in een kerk zitten. Balinezen vinden het geweldig als je meedoet met hun ceremonies. Als je foto's wilt maken, vraag dan even of dat goed is en ga niet op de voorgrond staan. Ga niet met je benen over elkaar zitten terwijl je voetzolen naar je gastheer of gastvrouw wijzen. Aai kinderen niet over hun hoofd. En toon vooral je boosheid of emotie niet, de Balinezen zijn daar niet aan gewend. Als je iets koopt, dan is het normaal dat je afdingt, dat hoort bij hun tradities, maar doe het altijd met een lach. In de boeken, die ik over Bali heb geschreven, staat veel of het dagelijkse leven op Bali, maar ik kan die helaas niet meer bestellen omdat de uitgever van mijn boeken gestopt is met zijn bedrijf.

Transport op Bali

Op het eiland Bali rijden in de kleine dorpjes overal zogenaamde "bemo's". Dat zijn kleine busjes, waarmee de plaatselijk bevolking wordt vervoerd. Als toerist betaal je een hogere prijs dan de plaatselijke bevolking, maar de prijs van de rit is zo laag dat je dat met een lach kunt accepteren. Houd er rekening mee dat de busjes soms heel vol zitten en dat je een varkentje als medepassagier kunt hebben.

Overal op het eiland vind je in de toeristische plaatsen kantoortjes van het vervoerbedrijf "Perama". Deze organisatie rijdt met grote bussen en als je een dag van tevoren reserveert is dat een goedkope en fijne manier om over Bali te reizen.

Als je wat meer privacy wilt hebben en als je ook nog een Nederlands sprekende chauffeur met veel humor wilt hebben, dan is mijn vaste chauffeur op Bali een heel goede optie. Hij heet I Ketut Kumara Giri, maar ik noem hem gewoon Ketut. Aan het eind van dit verhaal heb ik zijn persoonlijke gegevens vermeld.

Geld

In veel bungalowparken en hotels kun je met een creditcard betalen. Er zijn echter nog veel plaatsen, zeker in de niet toeristische regio's, waar je alleen maar met Indonesische roepia's kunt betalen. Die roepia's kun je beter niet in Nederland kopen, want dan ben je duurder uit. Je kunt euro's meenemen naar Bali en daar wisselen bij wisselkantoortjes, maar let dan wel goed op dat ze je genoeg roepia's geven. Ook dien je vooraf af te spreken dat je geen commissie hoeft te betalen.

Het beste kun je gewoon met je bankpas pinnen. Die moet je dan wel vóór je vertrek naar Bali op "werelddekking" laten zetten. Niet vergeten, anders kun je niet pinnen op Bali ! Op dit moment krijg je op Bali voor één euro ongeveer 16.900 roepia. Je kunt niet in elke plaats pinnen, dus houd daar rekening mee als je naar een plaats vertrekt, waar je niet kunt pinnen.

Ubud: In deze toeristische plaats kun je op verschillende plaatsen pinnen, onder andere tegenover Café Lotus;

Blayu: In dit dorp kun je niet pinnen;

Belimbing: In dit bergdorp is wel een pinautomaat, maar die is vaak leeg;

Pemuteran: Hier kun je pinnen langs de hoofdweg;

Lovina: Hier kun je pinnen langs de hoofdweg, in de buurt van Global Village Kafe;

Sidemen: Hier is wel een pinautomaat, maar die is meestal leeg en dan moet je naar Klungkung om te pinnen;

Candidasa: Hier is een pinautomaat langs Kelapa Mas Bungalows.

Logeeradressen op het eiland Bali

In de afgelopen jaren heb ik op het eiland Bali in heel veel kleinschalige bungalowparkjes gelogeerd. De eigenaren en het personeel hebben mij elke keer weer verwend. Mijn ervaringen heb ik samengevat in de hierna volgende opsomming van gegevens, die voor een gedeelte ook te vinden zijn op de websites:

Kuta

Sommige vluchten komen pas laat in de avond aan op het vliegveld Ngurah Rai van Denpasar op Bali. Na een lange intercontinentale vlucht is het dan niet fijn om nog een paar uur in een taxi te zitten voordat het eerste logeeradres op Bali is bereikt. Als ik laat in de avond op Bali aankom, dan kies ik er altijd voor om de eerste nacht door te brengen in CEMPAKA GUESTHOUSE.

Dit logeeradres bestaat uit een aantal heel luxe kamers, die gelegen zijn in de prachtige tuin van het Nederlandse consulaat op het adres Jalan Raya 127 in Kuta. Het grote voordeel is dat dit logeeradres maar ongeveer 20 minuten van het vliegveld is gelegen. De kamers zijn heel luxe en hebben airconditioning. De tuin is een plaatje en heeft ook een groot zwembad. De kamerprijs is 45 euro per nacht en het vervoer vanaf het vliegveld naar Cempaka Guesthouse kost 15 euro. Reserveren is mogelijk in de Nederlandse taal via Marina Purwa, bij voorkeur via een whatsappbericht op 00-62-811392267 of via het emailadres marinapurwa@kcbtours.com. Marina Purwa is de moeder van de Nederlandse honorair consul Simon Purwa. Via de Rotary Club in Kuta worden diverse projecten van goede doelen ondersteund, waaronder scholen, kindertehuizen, bejaardenhuizen en een bloedbank.

Cempaka Guesthouse is een perfect logeeradres om de eerste nacht op Bali door te brengen, zeker als de aankomst op Bali laat in de avond is.

Ubud

Een vakantie op Bali begint voor mij meestal in Ubud. Dat heeft te maken met het feit, dat ik na aankomst op Bali zo snel mogelijk het drukke, toeristische zuiden wil verlaten. Het is maar anderhalf uur rijden vanaf het vliegveld naar Ubud. Vroeger was Ubud een slapend kunstenaarsdorp, maar sinds het boek “Eten, bidden en beminnen” , dat zich voor een gedeelte in Ubud afspeelt, is Ubud erg druk geworden. Toch is het een gezellig dorp gebleven wat veel te bieden heeft. Ik logeer meestal in Nicks Hidden Cottages, een klein bungalowparkje dat ligt in de straat Jalan Bisma, aan de rand van het dorp. In het zelfde straatje zijn enkele restaurantjes en een goed massagesalon, genaamd Lily’s Spa. Daar kun je voor 100.000 roepia (6 euro) een goede massage van een uur krijgen. Meestal is dat het eerste wat ik doe als ik op Bali ben geland. Als je lekker wilt eten is het plekje achter in de tuin van Café Wayan (tussen het voetbalveld en het apenbos) een aanrader. Ook is het leuk om ’s morgens de markt in het centrum te bezoeken. Wat ik iedereen aanraad is een wandeling vanaf het IBAH hotel naar het traditionele dorp Bankiangsidem. Het pad loopt over een heuvelrug tussen twee ravijnen met een mooi uitzicht. Net vóór Bankiangsidem kun je heerlijk “chillen” op de eerste etage van het restaurant Kafe Karsa, dat midden in de rijstvelden ligt en waar je lekker kunt eten met een schitterend uitzicht. Als je weer terug bent gelopen over het zelfde pad, dan kun je eventueel het Antonio Blanco Museum bezoeken, als je daarvan houdt. In de omgeving van Ubud liggen de kunstenaarsdorpen Mas (houtsnijders), Celuk (zilversmeden) en Batubulan (beeldhouwers). Als je die dagtrip doet, zorg er dan voor dat je niet in de dure galerieën terecht komt, maar ga kijken bij de gewone mensen. Als de dagen in Ubud je eerste dagen op Bali zijn, doe dan niet teveel want anders gaat de jetlag dubbel zwaar wegen. Als je weer vertrekt naar je volgende logeeradres, vergeet dan niet te pinnen (tegenover Cafe Lotus) want in Blayu en Belimbing zijn geen pinautomaten.

Blayu

Het echte Bali is in Blayu te vinden. De tijd heeft hier stil gestaan en er zijn maar twee toeristenresorts, te weten Puri Taman Sari in het nabijgelegen Umabian, en Villa Taman di Blayu. Je zult er bijna geen toeristen tegenkomen want deze plek op Bali is nog niet echt ontdekt door het massatoerisme. Villa Taman di Blayu is een werkelijk schitterend resort met een heel mooie tuin en dito kamers. Als je in de twee "superior" kamers logeert heb je voor je alleen maar het groen van de rijstvelden, echt héél mooi, als je tenminste van stilte en rust houdt. Voor je kamer kabbelt een beekje en in dat beekje speelt zich het dagelijkse leven af. Daarom ga ik daar elke morgen langs wandelen richting Umabian, wat twee kilometer verder ligt. Alles in Villa Taman di Blayu is zoals het moet zijn. Eigenlijk hoef je het parkje niet af, zo mooi is het er. Je kunt een dagtrip maken, bijvoorbeeld naar het nationale Monument in Margarana of de tempel Taman Ayu in de stad Mengwi, die maar 5 kilometer verder ligt. Maar het hoeft niet want Villa Taman di Blayu is zo’n mooie plek dat het zalig is om daar niets te doen. Villa Taman di Blayu hoort tot de duurdere prijsklasse.

Belimbing

Ongeveer twee uur rijden van Blayu ligt het bergdorp Belimbing. Ketut, mijn vaste chauffeur op Bali, is hier geboren. Er is maar één resort in dit dorp, te weten Cempaka Belimbing Villa’s. Ook dit is een superfijne plek om een paar dagen door te brengen. Eigenaar is de Nederlandse Honorair Consul Al Purwa, die getrouwd is met de Nederlandse Marina Wiltschut, die geboren is in Valkenswaard. Het resort wordt geleid door de sympathieke manager Made Sepel, die zijn gasten echt verwent. De kamers zijn ruim en hebben een heel fijne badkamer van lavastenen. Het zwembad is heerlijk fris omdat het water uit de bergen wordt gebruikt. Ik ga hier altijd een korte wandeling met een gids van Cempaka Belimbing maken. Je ziet dan onderweg alles groeien wat je in de keuken gebruikt en komt langs de mooiste rijstvelden van Bali. Ook is het leuk om met een gids van Cempaka Belimbing een mountainbiketocht over stille weggetjes en door slapende dorpjes te maken naar de zuidkust, waar je wordt opgewacht en met een auto weer wordt teruggebracht. Een relaxte dagtocht van ongeveer twee tot drie uur, die door iedereen kan worden gedaan. Controleer vooraf wel even of de fietsen goed zijn. Als je ’s avonds zit te eten bij Cempaka Belimbing hoor je overal de geluiden van vogels en andere dieren, een aparte belevenis is dat. Echt, ik kan dit plekje aan iedereen aanraden. Houd er wel rekening mee dat het hier vaker regent omdat het in de bergen is.

Pemuteran

Pemuteran is een rustige badplaats in het noordwesten van Bali. Vroeger gingen hier veel mensen naar toe, die wilden gaan snorkelen en/of duiken bij het eiland Menjangan. Maar nu is het water rond dit eiland vervuild met plastic en het koraal heeft zijn kleuren verloren. Als je toch naar Pemuteran gaat, dan kan je beter gaan snorkelen bij het Biorock project, vijftig meter vanaf het strand van het resort Taman Sari Bali. Vroeger logeerde ik altijd in dit werkelijk schitterende resort, maar intussen zijn de prijzen dusdanig verhoogd dat het voor mij te duur is geworden. Ik heb een goed alternatief gevonden in Van Karning Guesthouse, dat twee honderd meter vanaf het Taman Sari Resort ligt, dichtbij de doorgaande weg. Een ander alternatief is Adi Assri Resort, dat direct aan zee ligt en een heel groot zwembad (50 meter) heeft. Dit resort zit wel in de duurdere prijsklasse, mar is toch nog veel goedkoper dan Taman Sari Bali. Als je houdt van een rustig verblijf aan een mooi strand, zonder lastig te worden gevallen door ontelbare verkopers, dan is Pemuteran een heerlijke plek. Als de zon onder is gegaan, dan is een diner in het Taman Sari Resort, in het licht van de lampions bij het strand, een onvergetelijke belevenis. Op zo’n moment mag de tijd stilstaan…

Lovina

Lovina ligt ongeveer een uur rijden van Pemuteran. Vroeger was dit een drukke badplaats, maar nu is het er veel stiller, maar toch is er ’s avonds genoeg te beleven. Tegenwoordig logeer ik hier meestal in het mooie bungalowpark Sawah Lovina, rustig gelegen in het centrum. De Balinese vrouw van de Nederlandse eigenaar van Sawah Lovina, heeft sinds een paar jaar een restaurant met de naam Warung Ibu Wina. Dat ligt in het straatje dat vanaf het enige stoplicht naar de zee loopt. Wina kookt zelf en je kunt bij Warung Ibu Wina echt superheerlijk eten. Daarnaast is Wina ook een heel leuke vrouw die jij echt verwent met haar kookkunst. Echte een aanrader… Langs de hoofdweg, dicht bij de pinautomaat, ligt Global Village Kafe, een fijn plekje om relaxt te “chillen” bij overheerlijke ijskoffie en een smakelijk gerecht. Er heerst een aangename sfeer en ik ga er altijd graag naar toe. In Lovina kun je in de omgeving een boedhistische tempel zoeken en een waterval. Je kunt er ook het project van de stichting Stepping Stones Bali bezoeken, waar de in Oirschot geboren Marjanne Oomen kinderen helpt, die een beperking hebben en niet goed kunnen lopen. Een bezoek aan het project van de Nederlandse stichting "Smiling Kids Bali"(Jalan Giri 25) is ook zeker de moeite waard, want deze stichting werkt samen met de stichting Stepping Stones Bali en verzorgt o.a. de revalidatie van geopereerde kinderen. Een “must” is zeker een bezoek aan de dolfijnen, die elke morgen langs de kust zwemmen. Als je met de zwager van Marjanne Oomen gaat, dan zal je op een rustige manier kunnen genieten van het prachtige schouwspel dat de zwemmende en springende dolfijnen opvoeren. De zee is bij Lovina altijd rustig, dus je hoeft niet bang te zijn voor hoge golven en zeeziekte. Vergeet niet te pinnen voordat je weer vertrekt. Als ik uit Lovina vertrek ga ik ’s morgens eerst met mijn vaste chauffeur Ketut even langs bij de Duitse Bakker, vijftig meter vanaf het stoplicht, waar ik dan heerlijke appelcarré’s en mueslibroodjes koop. Deze Duitse bakker is duur, maar hij biedt wel kwaliteit, en dat geldt ook voor zijn capuccino. De broodjes en appelcarré’s eet ik meestal op tijdens een vaste stop bij de Gunung Batur. Ik hoef niets te zeggen tegen Ketut, hij weet intussen wel dat ik dat een mooi plekje vindt.

Sidemen

Je kunt op twee manieren vanuit Lovina naar Sidemen rijden. Langs de kust of door het binnenland. Ik kies altijd voor de weg die door het binnenland via de vulkaan Gunung Batur naar Sidemen loopt. Het is de langste tocht want het duurt ongeveer vier uur, maar onderweg is het zo mooi dat het niet verveelt. Het landschap verandert constant en er is veel te zien. In Sidemen logeer ik altijd bij Villa Shantiasa. Deze villa met vierkamers (twee onder, twee boven) is werkelijk schitterend gelegen met een prachtig uitzicht. De prijs van de smaakvol ingerichte kamers is relatief laag en je kunt er een heel aangenaam verblijf hebben. Inmiddels hebben alle kamers airconditioning gekregen. Villa Shantiasa is een van mijn favoriete plekken op Bali. Heel recent is Villa Shantiasa in andere handen overgegaan en het is nu niet duidelijk het het verder zal gaan op dit mooie plekje. Sidemen is een spiritueel dorp, tenminste zo voel ik het. Het derde boek over Bali, dat ik een paar jaar geleden geschreven heb met de titel “Bali, het leven zal altijd verder gaan”, speelt zich hier af. Het is heerlijk om een wandeling door het dal naar de rivier te maken en daar net voor de brug over de rivier links af te slaan om bij Darmada Eco Resort te genieten van de bijzondere sfeer. De eigenaresse Barbara komt uit Zwolle en heeft met haar Balinese man Wayan een klein paradijs gemaakt, waar je de rivier constant hoort stromen. Het zijn twee heel ondernemende mensen en een gesprek met hen levert altijd nieuwe inzichten op. Eten kan je in Sidemen in heel veel leuke restaurants. Een daarvan is Warung Ida, even voorbij het schooltje en net voor het resort Alamdhari. Alamdhari vormt een heel goed alternatief als Villa Shantiasa niet beschikbaar is. Het is leuk om in het dorp Sidemen een ikatweverij te bezoeken, die langs de hoofdweg ligt. Ook is het leuk om een halve dagtrip te maken naar het waterpaleis van Tirtagangga, of te gaan raften in de rivier die door het dal loopt. Maar ook hier is het zalig om even niets te doen en te genieten van de bijzondere sfeer. Je zult geen spijt hebben van je verblijf in Sidemen. Het is echt een plek om je innerlijke ik te ontdekken of weer terug te vinden.

Candidasa

Een vakantie op Bali eindigt voor mij meestal in Candidasa. Deze “badplaats” is eigenlijk niet meer dan een doorgaande weg met daarlangs toeristenresorts. Het is geen aantrekkelijk dorp en het verkeer raast er de hele dag doorheen. Toch wil ik altijd mijn vakantie hier afsluiten. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit, dat ik een strandmens ben. Maar het heeft nog meer te maken met Kelapa Mas Bungalows, waar ik altijd logeer als ik in Candidasa ben. Kelapa Mas Bungalows heeft een heel sympathieke eigenaar (Komang Sudana), die samen met zijn vrouw mij al jarenlang heeft verwend. Voorheen waren de bungalows van dit bungalowparkje slecht onderhouden en heel sober. Maar in de afgelopen jaren is daar verandering ingekomen. De bungalows zijn gerenoveerd en de meesten hebben nu airconditioning. Verder is er twee jaar geleden een prachtig klein zwembad aangelegd, waarbij enkele heel luxe bungalows zijn gebouwd. De tuin is altijd al een sprookje geweest, maar is nu nog mooier geworden met zijn vele palmbomen. Wat mij het meeste aantrekt, dat zijn de avonden op het kleine strandje vóór Kelapa Mas Bungalows. Als de zon begint onder te gaan en de lucht rood kleurt, dan ontstaat er daar een sfeer die niet met woorden te beschrijven is. Het uitzicht met de in de verte Padangbai en het eiland Lembongan, het lieve personeel, het zwoele zeewindje, de geuren en het geluid van de golven, je moet het een keer meemaken om te kunnen begrijpen wat ik bedoel. Ik heb er al ontelbare fijne momenten beleefd. Bij hoog water komen er bij de pier vóór Kelapa Mas Bungalows heel grote zeeschildpadden aan de wateroppervlakte en dat is elke keer een unieke gebeurtenis. Als ik in Candidasa ben ga ik altijd met de catamaran naar Pantai Pasir Putih. Meestal vertrek ik dan om 09.00 uur en na een half uurtje varen kom ik dan op het witte strand, waar het turqoise water uitnodigt voor een paar uurtjes zwemmen en snorkelen. Het linker gedeelte van het strand (als je naar zee kijkt) is fijn om te zwemmen, het rechtse gedeelte is beter om te snorkelen. Er zijn geen hotels, maar wel strandhutjes waar je wat eenvoudigs kunt eten of drinken en als je dat doet is je strandbedje, handdoek en parasol gratis (even afspreken). Meestal ga ik rond 12.00 weer terug en dan snorkel nog even bij het rif vóór Kelapa Mas Bungalows, wat nog verrassend mooi is en waar de vissen uit je hand eten. Daarna ga ik vaak eten bij het restaurant Astawa. Bij de doorgaande weg loop ik linksaf, langs de lagune en dan nog honderd meter voordat ik bij Astawa ben. De eigenaar van Astawa en zijn personeel hebben mij al ontelbare malen verwend met hun heerlijke eten, dat ook heel goedkoop is. De salades en de visgerechten, de ijskoffie, het is er allemaal even lekker. Langs Astawa ligt de Maya shop, een klein winkeltje waar je leuke dingen voor de thuisblijvers kunt kopen. Aan de andere kant van de weg ligt de Familyshop, waar het ook heel goedkoop is en waar best mooie dingen (houtsnijwerk, sarongs etc.) te koop zijn. In de bocht van de weg kan je een klein weggetje inslaan en als je dat volgt komt je uiteindelijk in de “kampong” waar de Balinezen in eenvoudige huisjes wonen. Ik vind het altijd leuk om daar even rond te dwalen. Schuin tegenover Kelapa Mas Bungalows (ongeveer 100 meter links) kun je bij WJ's Kafé heerlijke cappucino krijgen. Vroeger fietste ik ook wel eens naar het traditionele agadorp Tengenan, maar dat is intussen heel toeristisch geworden. Met de plaatselijke “bemo” (klein busje) kun je in twintig minuten naar Padangbai rijden om daar vis te gaan eten en te genieten van de strandjes, of (als je veel tijd hebt) een paar dagen naar het eiland Lembongan te gaan. Vanaf Candidasa is het ongeveer anderhalf uur rijden naar het vliegveld van Denpasar, waar het vliegtuig naar huis te wachten staat. Dat gaat over de enige snelweg, die altijd heel druk is. Het zuiden van Bali is overal druk en ik moet daar altijd aan wennen als ik drie weken in het échte Bali ben geweest (het binnenland). Bali is aan het veranderen, maar toch zijn er nog heel veel plekjes waar het leven heeft stil gestaan en die heb ik proberen te omschrijven is deze samenvatting.

Lembongan

Tijdens mijn laatste vakantie op Bali ben ik vanuit Sanur met een speedboot van "Rocky Fast Cruise" naar Lembongan gevaren. De heen en terugreis kosten inclusief taxi op Lembongan per persoon in totaal 400.000 rupia en dat is ongeveer 24 euro. Vanuit Kusamba kan het ook, maar er gaan daar waarschijnlijk minder speedboten per dag.

Op Lembongan heb ik 5 dagen gelogeerd in een prachtig huisje van het bungalowpark BAY SHORE HUTS. Dit parkje is perfect gelegen aan een zijstraatje van een doodlopende weg. Dus het is er 's nachts lekker rustig. Wij hadden een huisje aan het zwembad en keken vanuit ons bed zo over de prachtige baai een de catamarans van de vissers. Het zwembad is niet echt geschikt voor kinderen omdat de overgang naar het diepe heel abrupt is. Maar verder is er alles fantastisch. Een heel goede keuken, vriendelijk personeel en een romantische sfeer. Bij het strand (Tamarind Beach) kun je eigenlijk niet zwemmen. Het nabij gelegen Mushroom Bay (10 minuten lopen) is wel geschikt voor zwemmers en daar tref je heel veel jongeren aan. Daar zal het 's nachts waarschijnlijk niet zo rustig zijn. Wij vonden Dream Beach en Devils Tears echt het mooiste strand, al maken de hoge golven daar het zwemmen ook moeilijk. Bij Devils Tears gaan de hoge golven een grot in en komen er dan met veel geweld weer uit met een uitbarsting van waternevel, die men hier Devils Tears noemt. Bij dit bijzondere plekje is een circuit voor wandelaars en hardlopers aangelegd, waar je voor een entreeprijs van 10.000 rupia (0,60 euro) kunt genieten van de rotsen en de golven.

Lembongan is qua natuur niet zo mooi als Bali, maar het eiland heeft wel een bijzondere sfeer. Daar hoort ook de oogst van het zeewier bij, dat 's avonds met de lampionnen een sprookjesachtig schouwspel geeft. Overdag ligt het zeewier te drogen bij de huisjes langs de kust, voordat het naar de kosmetische industrie gaat waar het wordt verwerkt.

Op Lembongan is het eten net als op Bali nog steeds ongelooflijk goedkoop, behalve op de plekken waar de nieuwe generatie jongeren feest vieren. Daar is het meestal een stuk duurder. Een verblijf op Lembongan is echt een mooie aanvulling van een vakantie op Bali. Wij hebben daar genoten van 5 onvergetelijke dagen.

Ketut, mijn vaste chauffeur op Bali

Als ik naar Bali ga, dan wil ik heel graag dat Ketut mijn vaste reisgenoot en chauffeur is. Ik ken Ketut en zijn gezin al ongeveer twintig jaar. Hij is echt een heel fijn mens en ik vind het een voorecht dat ik hem heb mogen ontmoeten. Elke keer heeft hij mij vergezeld op mijn tochten door Bali. Hij is altijd op tijd en rijdt rustig. Drie jaar geleden heeft hij in korte tijd Nederlands geleerd en dat maakt het voor zijn gasten nog leuker om samen met hem in zijn busje door Bali te reizen. Ketut voegt echt iets moois toe aan een vakantie op Bali. Ik durf hem met een gerust hart bij iedereen aan te bevelen. Een paar jaar geleden heb ik samen met Ketut een website laten maken en die geeft heel veel informatie over Ketut en de dagtrips die hij aanbiedt. De website heeft de naam www.bali-dagtrips-taxiservice.nl.

Kees Smetsers

Telefoon: 06-37342970

Email: smetserskees@hotmail.com


Singapore, waar oud en nieuw een mooi geheel vormen.

Op dit moment vlieg ik op een hoogte van 9296 meter boven het eiland Maleisië. Rechts van mij zit mijn zus Ria en twee rijen daarvoor zit Angela. Het is Singapore Airlines niet gelukt om ons bij elkaar te zetten maar goed we zijn onderweg naar huis en dat is al heel wat. Heel de cabine van het vliegtuig ruikt naar het eten, dat over een paar minuten geserveerd zal worden. Ik heb eigenlijk geen honger, maar ik zal waarschijnlijk toch wel iets eten. Angela, Ria en ik zijn blij dat we na de vertraging van 24 uur nu onderweg naar huis zijn.

In mijn vorige verhaal heb ik al verteld dat wij bij onze aankomst in Singspore zoveel vertraging hadden dat we onze aansluitende vlucht naar Amsterdam misten. Daardoor moesten we 24 uur wachten en die brachten we door in het Mercure Hotel op Stevens Road. Het verblijf daar was prima, net als hetcgratis ontbijt, lunch en diner, maar het was niet wat we gewild hadden. We wilde na een maand vakantie op Bali gewoon weer naar huis, waar onze familie en vrienden op ons wachten.

Om de tijd toch nuttig door te brengen gingen wandelend naar de Botsnische tuin van Singapore, wat mijn verdraaide pijnlijke rechterknie eigenlijk geen goed idee vind. De straat, waardoor wij liepen, was de verblijfplaats van de rijken der aarde. Ongelooflijk wat een weelde, het ene na het andere paleis kwam aan ons voorbij. Het was weer eens heel warm, net als alle andere dagen van onze vakantie. De berichten uit Nederland over de kou en regen steken daar schril bij af. Het was ook heel benauwd weer en toen we de Botanische tuin binnenliepen stroomde het transpiratievocht over ons gezicht. Maar wat is het mooi in deze tuin ! Echt, we keken onze ogen uit. Ontelbare prachtige soorten palmen, bloemen die we nog nooit gezien hebben, orchideeën in alle soorten, het was er allemaal. De foto's bij dit verhaal geven dit mooi weer. Helaas genoot mijn rechterknie niet van de lange wandeling, die we aan het maken waren. Die begon steeds meer te protesteren. Na een paar uur vonden we het allemaal genoeg en liepen we terug naar ons hotel, waar een heerlijke gratis lunch op ons wachtte.

Na de lunch gingen Angela en ik een citytour door het centrum van Singapore doen in een bus met een open bovendek. Ria had geen behoefte aan de citytour en ging lekker bij het zwembad liggen. Mijn rechter knie had er eigenlijk.ook geen zin in, maar ik ging toch met Angela mee. Ik was al ooit in Singapore geweest en had deze tour al ooit gedaan, maar met z'n tweeën is het toch leuker als alleen.

We gingen op het warme (te warm) bovendek van de bus zitten, waar we alles goed konden zien. Angela raakte onder de indruk van de mengeling van eeuwen oude huisjes en supermoderne wolkenkrabbers. We reden door "Little India" met smalle straatjes en kleurrijke tempels. We passeerden de Arabische wijk en de Chinese wijk. We zagen werkelijk schitterende koloniale gebouwen uit de tijd dat de Engelsen hier heersten. Daartussen stonden wolkenkrabbers die tot de hemel reikten. En nergens lag er afval, in de hele stad niet. Zo' citytour is de moeite echt wel waard. Vooral Angela genoot er van. Zo had onze vertraging toch iets positiefs.

Toen we weer terug in ons hotel waren gingen we samen met Ria dineren in ons hotel, alweer gratis. Daarna gingen we lekker douchen, zodat we fris naar het vliegveld konden gaan. Daar stapten we in het vliegtuig van Singapore Airlines. En nu zitten we tussen hemel en aarde, op 10 kilometer hoogte. Zo meteen krijg ik mijn eten geserveerd, dus ga ik dit verhaal afsluiten met lieve groeten voor iedereen die dit leest.

Kees Smetsers


Een gratis nachtje Singapore, leuk of niet leuk ?

Nadat we op het vliegveld van Bali afscheid hadden genomen van Ketut, wat ons betreft de beste chauffeur van de hele wereld, gingen we inchecken. Dat ging voorspoedig, totdat ik op mijn mobiele telefoon het bericht kreeg dat vlucht SQ945 niet om 20.00 uur zou vertrekken, maar om 21.15 uur. Ik wist meteen dat het goed fout was en dat wij in Singapore onze aansluitende vlucht niet zouden halen.

We vertrokken inderdaad pas om 21.15 uur. De vlucht ging voorspoedig, maar we landden pas om 23.45 uur en toen wisten wij dat wij het vliegtuig naar Amsterdam niet zouden halen.

In de aankomsthal werden we opgevangen door plaatselijk personeel van Singapore Airlines, die vertelden dat we waren omgeboekt naar een vlucht die 24 uur later zou vertrekken. Dat was een tegenvaller, vooral toen ons werd verteld dat wij 24 uur op het vliegveld moesten wachten. Gelukkig werd dat even later gecorrigeerd en kregen we een hotel in Singapore aangeboden waar we de 24 uur wachttijd konden brengen. Het werd het Mercure Stevens Hotel, midden in Singapore.

We moesten door de immigratie en dat ging niet vanzelf want wij moesten online een verklaring invullen en wij zijn een beetje digibeten. Maar goed, even later zaten we toch in een (gratis) taxi, die ons naar ons hotel bracht. Dat was een half uur rijden. Het Mercure is een heel luxe hotel van 10 etages hoog. We kregen mooie kamers en een gratis ontbijt, lunch en diner. Zo zouden we dag wel doorkomen zeker omdat we ook het zwembad kunnen gebruiken.

We zijn nu na een korte nacht (02.30 tot 07.00 uur) wakker geworden en gaan dadelijk ontbijten. Daarna gaan we kijken of we een stadstour door Singapore kunnen gaan maken.

Onze aankomst in Nederland wordt nu, als alles verder goed gaat, vrijdagochtend 07.15 uur.

Ik zie wel op tegen de lange vlucht naar Amsterdam, want mijn verdraaide knie gaat mij steeds meer plagen en ik kan hem niet meer goed buigen. De lange vlucht kan voor mij pijnlijk worden. Het feit, dat ik zaterdag nu niet met mijn vier vrienden van de Bali Runners mee kan doen aan de marathon van Hulst naar Terneuzen (waarvoor ik heb ingeschreven), maakt het voor mij extra pijnlijk. Maar goed, we gaan er het beste van proberen te maken.

Kees Smetsers

Afscheid van Bali

Gisteren was onze laatste hele dag op Bali. Vandaag komt Ketut ons om 15.00 uur bij Kelapa Mas Bungalows in Candidasa ophalen om ons naar het vliegveld te brengen. Nengah van de receptie heeft de instapkaarten van Singapore Airlines en de visumverklaringen al uitgeprint,. We gaan nog even genieten van het heerlijke strandje vóór de prachtige tuin van Kelapa Mas Bungalows en misschien komen de grote schildpadden, die daar elke dag bij hoog water rondzwemmen, ons wel uitzwaaien.

Gisterenavond hebben we met een "goodbyeparty" afscheid genomen van het personeel van Kelapa Mas Bungalows dat ons (weer) vijf dagen lang in de watten heeft gelegd en op een heel lieve manier voor ons heeft gezorgd. Ze kwamen zelfs regelmatig met gratis vers fruit en lekkere hapjes voor ons, die ze zelf voor ons hadden gekocht. Als dank voor hun goede zorgen had ik hen allemaal uitgenodigd voor een buffetdiner. Dat is inmiddels een traditie geworden, want dit is nu al de derde keer. Ik had niet alleen alle 17 personeelsleden en hun echtgenotes en kinderen uitgenodigd, maar ook de eigenaar Komang Sudana en zijn familie. En natuurlijk had ik ook aan Ketut Kumara Giri (onze vriend en chauffeur) gevraagd om samen met zijn vrouw en kinderen en zus Siti naar het feest te komen. Verder zou Piet Willems uit Rijckevoort komen, die ik ook al heel lang ken en die hier een gedeelte van zijn pensioenleeftijd doorbrengt. Ze waren er allemaal, 42 in totaal.

Om 19.00 uur stond er een heerlijk buffet klaar en druppelden de gasten een voor een binnen, allemaal vrolijk en blij, als één grote familie. Jong en oud ontmoette elkaar in een superfijne sfeer. Nadat ik alle aanwezigen in het indonesisch had bedankt voor hun komst werd het buffet geopend en kon iedereen gaan genieten van het heerlijke eten. Mooi om te zien dat de Balinezen zo blij waren om dit mee te maken, want uit eten gaan dat doen ze nooit. Het werd steeds gezelliger en er werd veel gebuurt en gelachen.

Tristan, de zoon van Ketut, liet zien dat hij op zijn jonge leeftijd als goed kan eten en het was leuk om te zien dat hij zo genoot.

Komang Sudana en de twee zonen van Ketut hadden allemaal de Bali Runners shirts aan, die ze ooit van ons hebben gekregen. Dat was vooral voor mij heel bijzonder.

Tijdens het eten dansten de kinderen van het personeel traditionele Balinese dansen. Dat deden ze met veel passie. Ze waren allemaal prachtig gekleed (zie foto's) en ze deden het heel goed. Dat leren ze allemaal als ze nog heel jong zijn. Een heel mooie traditie, die deze avond extra bijzonder maakte.

Rond een uur of tien begonnen de eerste gasten afscheid te nemen van Ria, Angela en mij. Ze straalden allemaal en lieten hun blijdschap blijken in mooie woorden. En toen was het feest voorbij. Het was een heel mooie afsluiting geworden van een bijzondere vakantie.

Vanavond nemen we afscheid van Bali en vliegen we naar huis. Afscheid nemen is loslaten en dat is altijd moeilijk. Voor mij komt er nu nog bij dat mijn knie niet echt beter wil worden. Daarom zie ik een beetje op tegen de 17 uur durende reis naar huis. Maar daar wachten mijn familie en vrienden en daar is het inmiddels lente, het mooiste seizoen van het jaar. Daar verheug ik mij op, vooral het weerzien met mijn vrienden.

Angela en Ria wil ik bedanken voor hun fijne gezelschap tijdens deze vakantie op Bali, mijn 60e keer.

Iedereen, die via deze reisblog heeft meegereisd, wil ik bedanken voor zijn/haar belangstelling en reacties. Daar heb ik van genoten.

Kees Smetsers

Pantai Pasir Putih, twee keer geluk.

Vandaag zouden we met een catamaran naar Pantai Pasir Putih gaan, een wit strand in de buurt van Candidasa.

Na het ontbijt zagen we de Balinese man al staan, die op ons stond te wachten. We pakten onze super de luxe snorkelbrillen en stapten in de catamaran.

Dat ging bij mij niet makkelijk want ik heb nog steeds veel problemen met mijn verdraaide knie. Daardoor kan ik niet hardlopen, niet zwemmen, niet fietsen en zelfs wandelen is pijnlijk. Het zal een tijdje vergen voordat ik alles weer kan. Het meest pijnlijke is dat ik de hele marathon van Hulst naar Terneuzen, die ik zaterdag met mijn vrienden van de Bali Runners zou gaan lopen, niet kan doen. Dat is echt een tegenvaller wantuik heb hier op Bali hard getraind en ik was er helemaal klaar voor. Zestien keer in 21 dagen heb ik hier in de vroege morgen hard gelopen, ook in de bergen waar het stijgingspercentage sons meer dan 8% was. En nu is het bij de laatste training fout gegaan. Jammer, maar het is zoals het is en het komt zoals het komt.

De motor werd gestart en langzaam gleden we het water op, dat zo glad was als een biljartlaken.

Op ons verzoek zette de Balinese jongeman koers naar de drie lava eilandjes, die als drie toppen van bergen boven het water uitstaken. Ooit zijn ze gevormd door een uitbarsting van lavan onder het water en nu zijn ze begroeid met kleine bomen en struiken.

Toen we bijna bij de drie kleine eilanden waren riep onze Balinese stuurman plotseling " penyu !". Dat betekent schildpad en die zagen we inderdaad. Een grote schildpad gleed een paar meter van ons bootje sierlijk door het wateroppervlak, terwijl hij/zij nieuwsgierig om zich heen keek. Wat een prachtig gezicht was dat, ons eerste geluksmoment van deze dag.

Het begon langzaam warm te worden, maar toch was het genieten met al het moois om ons heen. Het duurde niet lang of we zagen in de verte het witte strand Pantai Pasir Putih, waar heel veel kleurrijke catamarans van vissers een prachtig decor vormden met de groene palmbomen en de hoge bergen, die de baai omringen. Ons bootje gleed het strand op en werd door sterke Balinese mannen het strand opgetrokken.

We liepen naar het gedeelte van het strand, waar het water glashelder en turquoise van kleur is. De bodem bestaat daar uit wit zand zonder stenen of koraal, dus super om in te zwemmen. Als je op het strand staat en naar zee kijkt is het dus het linker gedeelte.

We liepen naar de bedjes en parasols die daar bij de eettentjes staan. We beloofden de eigenaresse dat we in haar eettentje zouden eten want dan waren de bedjes, handdoeken en parasols gratis. Zo gaat dat hier.

Angela en ik gingen bij het rechtergedeelte van het strand snorkelen, waar sinds kort ook een klein zwembad is bij een tempel. Ik vroeg mij af of dat bij mij zou lukken, want ik kon mijn benen niet genoeg buigen om te kunnen zwemmen. Maar bij het snorkelen blijf je goed drijven en kom je met je handen toch vooruit.

Tot mijn verrassing was het koraal daar prachtig met heel veel vormen en kleuren. Ook zwommen er heel veel mooie vissen. Plotseling werd ik door Angela op mijn schouder getikt en zij wees mij naar een plek onder mij. Toen zag ik de grote schildpad die langzaam omhoog zwom, een paar meter voor ons. Met trage slagen zwom ze naar het wateroppervlak om even adem te halen (denk ik) en toe zwom ze weer naar beneden. Ademloos keek ik naar het mooie dier. Dit was echt ons tweede geluksmoment van deze dag.

Toen ik even later op mijn strandbedje zat te genieten van een lekkere capcay met rijst, was ik nog steeds onder de indruk. Even later ging ik zwemmen en kwam in het water een Duits stel tegen, waarvan de vrouw haar haarband was verloren, die nu op de bodem lag. Ze vroegen of ik die haarband op kon duiken. Maar dat lukte niet met mijn super de luxe snorkelbril. De man van het echtpaar kwam toen met een lange boomtak aandragen. Met die tak zwom ik zo goed en kwaad als ik kon (mijn knie werkte niet mee) naar de plek waar de haarband lag en toen ik kon ik met de lange tak de haarband naar het wateroppervlak tillen. Weer twee mensen blij.

Het werd echt een bijzondere dag voor Angela, Ria en mij. Een dag dicht bij de natuur en ver van het massatoerisme, want hier zijn geen hotels en alleen maar eenvoudige eettentjes van de plaatselijke bevolking.

Eenvoud is de weg naar geluk...

Kees Smetsers


Candidasa, schildpadden in de golven.

Toen ik vanmorgen in Candiasa wakker werd in de supermooie bungalow van Kelapa Mas Bungalo, maakte het eerste wat ik vanuit mijn slaapkamer zag mij heel blij. Ik zag de zee tussen Candidasa en het eiland Lembongan die nu nog heel rustig was omdat het laag water was. De zon was aan het opkomen boven de horizon en gaf de hemel prachtige kleuren met pasteltinten, waarmee de palmbomen bij het zwembad voor mijn bungalow een heel mooi decor vormden. Mooier kan het bijna niet. Ik verlangde er naar om weer te gaan hardlopen, maar ik wist dat dit deze vakantie niet meer zou lukken. Gisteren had ik mijn knie verdraaid en die voelde nu helemaal niet goed.

Als het zo blijft dan kan ik de marathon van Hulst naar Terneuzen van 20 april, waarvoor ik heb ingeschreven, niet gaan doen. Zó jammer want ik zou met vier loopmaatjes van de Bali Runners gaan.

Om toch nog proberen te herstellen liet ik mij in de prachtige tuin van Kelapa Mas Bungalo masseren door een oude Balinese man (74 jaar). Die deed echt zijn best om mij op een traditionele manier te verlossen van mijn ongemak. Morgen zal ik weten of het gaat helpen.

Even later kwam Putu Yusi uit Sidemen met haar twee zoontjes op bezoek en die hebben bij ons een heel mooie dag beleefd.

Ze gingen met ons naar de grote schildpadden kijken, die hier in de golven rondzwemmen bij de muur, die het kleine strandje van Kelapa Mas Bungalo beschermt. Bij elke hoge golf kwamen ze even boven water, soms wel vier tegelijk, allemaal groter dan een halve meter. Wat een prachtig gezicht.

Het water kwam steeds hoger en daardoor kregen we regelmatig een douche van de metershoog opspattende golven, die tegen de muur te pletter sloegen. Wat een heerlijk gevoel gaf dat om even verbonden te zijn met de elementen van Moeder Natuur (zie foto's).

Rond een uur of zes namen we afscheid van Putu Yusi en haar zoontjes. Daarna gingen we eten bij het restaurant Astawa, waar we een "Seafoodplatter" bestelden met gegrilde Mahi Mahi, gegrilde inktvisringen, gegrilde reuzegarnalen en natuurlijk lekkere frieten. Dat was weer smullen. Ondanks het ongemak van een verdraaide knie werd het toch weer een heel leuke dag.

Kees Smetsers

I Wayan Suryana

Afscheid van Lembongan, en toen ging het mis.

Vanmorgen zouden we om 11.00 uur met de speedboot van Rocky Fast Cruise weer teruggaan naar Bali. De heen en terugreis van Sanur naar Lembongan kost maar 24 euro, inclusief taxivervoer op Lembongan naar je logeeradres. Alles is perfect geregeld, dus een aanrader.

Ik had nog genoeg tijd om even te gaan hardlopen, de 16e keer in de 21 dagen dat we nu op Bali en Lebongan zijn. Ik trok mijn hardloopschoenen aan en ging op pad, maar het liep anders dan ik had gedacht.

Ik was ongeveer halfweg, bij Devils Tears, toen ik langs de weg in een verborgen oneffenheid stapte. Daardoor verdraaide ik mijn rechterknie en dat was niet goed. Hoe langer ik door bleef lopen, hoe moeilijker het ging. Dus ging ik maar wandelen. Ik baalde, want ik had tijdens mijn vakantie echt aan mijn conditie gewerkt met het vooruitzicht op de marathon van Hulst naar Terneuzen. Die ga ik met mijn loopmaatjes van de Bali Runners (Elia, Antoinet, Karin en Henk) op 20 maart lopen, twee dagen na mijn thuiskomst uit Bali. Dat wordt nu onzeker, dus ga ik morgen maar een traditionele genezer zoeken, die mij misschien helpen. Zullen jullie voor mij duimen ?

Na alweer een heerlijk ontbijt en een afscheid van het superlieve personeel van Bay Shore Huts werden we om 10.00 uur opgehaald door een pick-up taxi van Rocky Fast Cruise. Die bracht ons naar het haventje bij het mangrovebos, dat een groot gedeelte van het eiland Lembongan bedekt. Nadat onze koffers door supersterke mannen aan boord waren getild (wat nemen we toch altijd veel mee), vlogen we even later over een gladde zee naar Sanur. Daar waren we een half uur later. Ketut, onze vriend en chauffeur, stond ons met een brede glimlach op te wachten. We hebben het altijd heel gezellig met hem. In een uur bracht hij ons over de enige snelweg van Bali naar Cadidasa. Daar gingen we eerst eten in mijn favoriete restaurant Astawa. Het eten is daar fantastisch en de bediening ook. Vanavond gaan we weer terug en dan ga ik kiezen voor een menu van garnalencocktail, gegrilde vis met groenten en aardappelen en een fruitsalade met yoghurt en honing. Dat drie gangen menu kost 100.000 rupia en dat is 6 euro...

Na de lunch bracht Ketut ons naar Kelapa Mas Bungalows, een van mijn favoriete parkjes op Bali. Het ligt direct aan zee en de sfeer is er fantastisch. Antoinet en Ria zijn hier vorig jaar ook geweest, dus die weten wat ik bedoel. We hebben heel ruime, mooie bungalows gekregen, waar je 's nachts in bed de golven op het strandje hoort rollen. Daar zitten we nu onder een palmboom (zie foto's) te genieten van alles om ons heen, wachtend op het moment dat de zon ondergaat.